Lamlendig

“Hallo?”

“Hi Carbière. Alles goed? De vp heeft je nodig. Kan je binnen een half uur op het kabinet zijn?” Ik stootte een keelklank uit die voor een ‘ja’ moest doorgaan en keek vanonder mijn lakens met rooddoorlopen ogen en een bonkend hoofd naar de klok. Zaterdagochtend, zeven uur! Het was de week na de inauguratie van president Bouterse en vicepresident Ameerali. Ik ken de vp vanaf de tijd dat hij vz was van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF). Een harde en energieke werker en een ondernemer pur sang.

“Jeetje, wat doe je me aan? Nu moet ik dus alleen maar positief en aardig gaan schrijven over de regering?” grapte ik toen we elkaar spraken vlak voordat bekend werd dat hij kandidaat was gesteld.
“Zeur niet Carbière, jij blijft gewoon lekker je ding doen!”

Die bewuste zaterdagochtend was er een brainstormsessie met de leden van zijn kabinet. Terwijl mijn dochter gezellig bij “oom Robert, de vieze president” op schoot zat en aan zijn baard zat te plukken, mocht ik ongezouten mijn mening geven over zaken regarderende mijn professie en actuele zaken in het land. Ondanks het vroege tijdstip bruiste het van de activiteit en heerste er een sfeer van aanpakken. Ik heb totaal geen geloof en vertrouwen in welke politicus of politieke partij dan ook, maar ik sta wel als een blok achter Ameerali. De eerste weken vond er op zijn kabinet een ware slachting plaats. Alle ambtenaren met een zeven-even mentaliteit of die niet flexibel waren en het hoge werktempo van de vp niet konden bijbenen werden overgeplaatst en vervangen door jonge mensen met een frisse geest. Knelpunten werden geïdentificeerd. Werkgroepen met capabele mensen werden ingesteld. Een jarenlange achterstand aan vergunningsaanvragen en overige nog te tekenen stukken en documenten werd in een recordtempo weggewerkt. Openheid en transparantie was het adagium. Voordat Ameerali voorzitter werd van de KKF, was het een obscuur clubje welke onder zijn bewind werd getransformeerd tot een dynamische en open organisatie. Ik hoopte dat hij hetzelfde voor elkaar zou krijgen met de N.V. Suriname.

Helaas raakte hij al snel verstrikt in de stroperige en onzichtbare hand die het land al decennialang in de greep lijkt te hebben. Partijpolitiek, grote ego’s, lange tenen, driedubbele agenda’s, binnenkamertjespolitiek, bureaucratie en ga nog maar even door. Ameerali is het type ruwe bolster, blanke pit en hij schiet je zijn mening onverbloemd tussen de ogen. En tja, daar maak je in Suriname niet veel vrienden mee.

Dan is er een ander probleem waar ik vorige week persoonlijk mee werd geconfronteerd. Voor één van mijn nieuwe bedrijven ben ik op zoek naar personeel. Ik kwam in contact met een flinke, jongeman van midden twintig die als schoonmaker werkte in een ziekenhuis. Ik bood hem een leuke functie aan, een goed salaris, een training in het buitenland en alle medische voorzieningen. Uiteraard moest hij dan wel ontslag nemen bij het ziekenhuis. Met een blik alsof ik hem een oneerbaar voorstel deed keek hij mij vol afschuw aan! Hij was ambtenaar. Alle voorzieningen had hij, later een pensioen en hij kon iedere dag vroeg naar huis. Hoe kon ik zo naïef zijn te denken dat hij ooit ontslag zou nemen bij lanti om hard te moeten gaan werken voor een bedrijf?!

Ondanks de inmiddels vrijwel grijs geworden bos haar op zijn hoofd, heeft de vp nog steeds zijn kenmerkende grijns op het gelaat en kwijt hij zich nog vol energie van zijn taak. Maar als ondernemer in hart en nieren weet hij dat elke onderneming staat en valt met goed personeel. De president heeft jaren geleden eens gezegd dat, wanneer hij weer aan de macht zou komen, hij Suriname zou omtoveren tot het Singapore van Zuid-Amerika. Echter wanneer de overheid toelaat dat jonge en krachtige mensen zoals het eerdergenoemde lamlendige heerschap er liever voor kiezen tot hun pensioen bij lanti te lanterfanten, dan zullen wij over enkele jaren het Haïti van Zuid-Amerika zijn en is de N.V. Suriname in no-time failliet.

Zomaar een gesprek

“Ik hoop dat ze dit beest net zo afschieten als die andere vier! Verschrikkelijk om door zo een monster te worden verkracht. Kijk naar die foto! Het lijkt wel een kakkerlak met die vlechtjes.”
Ik keek naar de foto van de van verkrachting verdachte voortvluchtige. Inderdaad niet het toonbeeld van menselijke schoonheid. En de vlechtjes die uit zijn hoofd staken deden werkelijk denken aan voelsprieten. Echter bekroop me het vervelende gevoel dat mijn emotionele gesprekspartner niet alleen op de vlechtjes doelde toen ze de man kwalificeerde als beest. 

“Het zijn niet alleen negers die verkrachten hoor”, mompelde ik. 
“Dat weet ik Henry! Maar het zijn wel altijd dit soort schoften die het op een beestachtige wijze doen!”
“Oh? Wat, Hindoestanen verkrachten op een vriendelijke wijze? Is het minder erg om door een Hindoestaan te worden verkracht dan door een neger?”

“Dat is echt een stomme opmerking! Bij Hindoestanen speelt verkrachting zich voornamelijk af binnen de familiekring of komt het voort uit een dronken bui. Jouw negers breken in, mishandelen en beroven gezinnen en als dat al niet traumatisch genoeg is verkrachten ze ook nog vaak de aanwezige vrouwen! Dat is het verschil!”

“Mijn negers????”

“Ja jouw negers! Jij had ook al zo een tye poti houding toen ze die vier hadden neergeschoten. Je zeurt altijd dat de politie niet accuraat optreedt en nu ruimen ze deze ellendelingen op en zit je nog te zeuren!”

“Hey lieverd, er is nog een heel groot gebied tussen niet komen opdagen wanneer je ze belt en een wagen met vier verdachten doorzeven met kogels! En ja, mijn journalistiek instinct knaagt behoorlijk bij dit voorval. Volgens Justitie waren deze mannen enorme gangsters maar er werd niet eens een waterpistooltje op ze gevonden. Wat voor dreiging ging er dan van ze uit dat je ze zo overhoop moest schieten? Dan beweert de politie dat ze deze mannen al maanden op het spoor waren en hun telefoons afluisterden. Waarom hebben ze de overval in de Maretraite Mall dan niet verhinderd? Daar hebben de overvallers geschoten en konden er doden zijn gevallen. Deze mannen waren verdachten en ja, als burger heb ik er moeite mee als agenten of militairen als executeur optreden en verdachten overhoopschieten. De staat heeft het monopolie op geweld. Maar dat betekent niet dat je iedereen zomaar een wapen in de hand kan drukken. Van agenten en militairen verwacht ik vuurdiscipline, ze moeten bekwame schutters zijn en weten wanneer en hoe hun wapens te gebruiken. De volgende keer zit ik met vrienden in een auto en worden wij overhoopgeschoten omdat er ergens een overval is gepleegd en wij verdacht zijn!”

“Dat slaat nergens op. Jij voldoet totaal niet aan het profiel van een crimineel!” 

“Omdat ik geen vlechtjes heb?” 

“Doe lollig!”

“Oh, dus omdat ik niet zwart ben? Dus je wilt me zeggen dat we nu in Suriname al zover zijn dat als je na een avondje stappen met vier zwarte jongens in een auto naar huis rijdt, je de kans loopt overhoop te worden geschoten omdat je aan een daderprofiel voldoet?” 

“Henry doe niet naïef. Daderprofilering komt niet zomaar uit de lucht vallen hoor schatje. En nu zullen andere misdadigers wel twee keer nadenken voor ze hun rotzooi uithalen!” 

“Dus het overhoopschieten van vier verdachten, en ik benadruk verdachten, dient als doel om aspirant misdadigers te waarschuwen? Dit voorval is alleen maar een waarschuwing voor de echte zware criminelen dat wanneer ze in het nauw zijn gedreven ze hun leven duur moeten verkopen en moeten schieten op alles en iedereen die ze in de weg staat.”

“Wat zou jij dan doen als er ’s nachts plotseling een paar van deze figuren bij jou thuis over de poort zouden springen?” 

“Schieten.”

“Nou dan! Dan waarom klets je zo heilig?”

“Dat is appels met peren vergelijken schat. Het verschil is dat degene die bij mij over de poort springen geen verdachten zijn, maar daders en ik mijzelf dus verdedig. De mannen die zijn doodgeschoten zijn verdachten en daar hoort de rechter over te oordelen, maar dat gaat nu vrij lastig met een kilo kogels in hun lichaam.”

“Hey laat me hoor. Ik ben blij dat ze zijn opgeruimd en ik slaap er een stuk beter door. Zo, en nu ga ik ervandoor en haal het niet in je hoofd om mij in een column van je te zetten!”

Gezondheid

Ik haat sport. Er is maar één ding wat die haat overtreft en dat is de haat om zelf te moeten sporten. Ik lig liever met een goed boek en een fles whisky in de hangmat dan zwetend en puffend achter een bal aan te moeten rennen. Helaas val ik als veertiger in een leeftijdsgroep waarbij het lichaam een eigen wil schijnt te hebben ontwikkeld en het middels allerlei gebreken, kwaaltjes en uitdijende lichaamsdelen duidelijk wil maken dat ik de rekening krijg gepresenteerd voor mijn levensstijl van de afgelopen twee decennia. Tijdens een brunch vorige week zaterdag werd ik weer met deze harde werkelijkheid geconfronteerd. Ik kreeg steken op de borst, raakte kortademig, zag zwarte flitsen en trok bleek weg. Mijn vriendin wilde me al naar het ziekenhuis racen maar de gedachte aan injectie- en infuusnaalden die in mijn lichaam zouden worden geprikt was al voldoende om het onregelmatig geklop van mijn hart bijna volledig lam te leggen en ik besloot het nog even aan te kijken. Na een uurtje hijgen en piepen besloot ik Armida maar weer te contacten.

Armida is mijn personal trainer die tot voor kort twee keer per week bij mij aan huis kwam om mij intensief te drillen. Dit gaat er soms zo fel aan toe dat de buren denken dat we bezig zijn elkaar te vermoorden. Terwijl ik op de grond bezig ben met één of andere aan marteling grenzende oefening en ik gil dat ik niet meer kan en ik moet braken, schreeuwt zij tegen me dat ik een slapjanus en een mietje ben en ze me een paar schoppen geeft als ik durf te stoppen met de oefening. Geloof het of niet, maar ik betaal haar vorstelijk voor deze behandeling. In verband met buitenlandse reizen, werkdrukte en een operatie zijn de trainingen een tijdje opgeschort en heb ik flink gebruik gemaakt van die periode door alles wat zich binnen een straal van een meter in mijn buurt bevond te eten. Mijn near death experience van vorige week heeft me echter doen besluiten om toch maar weer te beginnen met trainen.

Zakelijk heb ik heel veel discipline en wilskracht. Ook voor het schrijven moet alles en iedereen wijken. Maar wanneer het op sporten aankomt heb ik de wilskracht van een slappe dweil. Een “volslanke”, slappe dweil. Inmiddels ken ik de meeste oefeningen wel die Armida me laat doen en zou ik ze eigenlijk zelf kunnen doen, maar om mijn boek weg te leggen of op te staan van de bank lukt me maar niet en om oefeningen te doen met een vol glas single malt whisky in de hand gaat zelfs mij een beetje te ver. Ik heb helaas Armida dus nodig, die iedere week trouw voor de poort staat en mij bedreigt en uitscheldt en me mijn darmen laat uit kotsen.

Een andere gebeurtenis heeft me ook doen beseffen zuinig om te gaan met mijn lichaam en op de jaartjes die mij nog resten. Mijn moeder is afgelopen weekend van een balkon een paar meter naar beneden op een betonnen vloer gevallen. Voor haar geluk heeft één van mijn bedrijfsauto’s haar val enigszins gebroken, anders was het zeker erger afgelopen en zat ze nu in een rolstoel of lag ze in een kist. De aanblik van mijn moeder onder het bloed, met een gebroken pols en een van pijn verwrongen gezicht zal mij de rest van mijn leven blijven achtervolgen en nachtmerries bezorgen. Ze is inmiddels al een paar dagen in het ziekenhuis en is alweer bezig met iedereen ruzie te zoeken, dus klaarblijkelijk is ze ondanks de nodige gebroken en gekneusde ledematen gelukkig weer redelijk de oude. Maar het heeft me aan het denken gezet. We nemen onze gezondheid en lichaam eigenlijk altijd voor lief. We staan nooit stil bij het feit dat we blij moeten zijn als we geen gebreken hebben en alles nog goed functioneert. Ter bevestiging hiervan kwam ik vandaag op Facebook een goede tekst tegen: our health always seems much more valuable…….after we lose it. Een waarheid als een koe. Mocht er iemand volgende week toevallig langs mijn huis lopen en een heleboel gegil, gehuil en gesmeek horen, schrik niet want dit wil zeggen dat Armida weer begonnen is me te trainen.

Marieke en Michael

Tegen beter weten in geloof ik nog steeds in de liefde. Eigenlijk alles wat ik in mijn leven heb opgebouwd had als doel om een mooi nestje te creëren waar ik met mevrouw Carbière Falls zou wonen en waar we ons dagelijks zouden laven aan de liefde en elkaar zouden verscheuren in passionele hartstocht, onderwijl genietend van het geluid van trappelende voetjes van ons rond rennend kroost. Op dit moment is de enige mevrouw Carbière Falls die in mijn huis rondrent mijn dochter. Ze is dan wel de vrucht van een passionele nacht, maar tussen haar moeder en mij is er louter sprake van hartstochtelijke haat en het passionele verlangen van ons beide de ander graag onder de grond te zien onder een groot blok gewapend beton of een rotsblok.

Het vooruitzicht op meerdere kinderen is sinds maandagochtend ook verkeken dankzij het deskundige snijwerk van dokter Vriesde. Terwijl mijn penis en ik beide in doodsangst op de operatietafel vertwijfeld naar het plafond lagen te staren, zag ik mijn leven aan mijn ogen voorbijtrekken. Het gevolg was dat, ondanks verwoede pogingen van de twee liefste zusters van Suriname om mij tot bedaren te brengen, mijn angst voor datgene wat mij en mijn inmiddels verschrompelde penis te wachten stond gezelschap kreeg van een enorme depressie. Mijn relaties eindigen per definitie als mijn zaadleiders enkele ogenblikken later, verstikt en verschroeid.

Liefde is voor mij als de Heilige Graal. Net wanneer ik denk deze eindelijk te hebben bemachtigd, blijk ik in plaats daarvan een gifbeker in handen te hebben die ik vaak tot de bodem leeg moet drinken. Ik erken dat ik niet altijd de makkelijkste persoon ben om mee te leven en dat ik in de meeste gevallen zondermeer schuldig ben geweest aan het feit dat menig relatie waarin ik participeerde in een verzengend vuur ten onder is gegaan. Maar waarom moet ik mezelf in allerlei bochten wringen en kwellen door in een relatie te zitten waarin ik niet gelukkig ben of waarvan ik weet dat deze geen lang leven is beschoren? In mijn jeugd heb ik aan den lijve ondervonden wat het betekent om gevangen te moeten zitten in een slecht huwelijk. De eenzaamheid in een slecht huwelijk is helser dan de eenzaamheid die men ervaart wanneer men alleen is. Daarnaast is het leven te kort om de jaren voorbij te zien vliegen terwijl je zit te hopen op het moment dat de andere huwelijkspartner een keer niet goed uitkijkt bij het oversteken van een drukke straat. Ik ken in mijn directe omgeving weinig gelukkige huwelijken. Of de meeste eindigen in een scheiding, of de partners leven omwille van de kinderen, de bijbel of vanwege de hoofdpijn van een zeer complexe scheiding in een soort loopgravenoorlog met elkaar.

Een huwelijk waar ik wel jaloers op ben is het huwelijk van Marieke en Michael. Hun huwelijk is nog geen week oud, maar ze zijn al ruim 34 jaar samen. En samen in de ruimste zin des woords. Na 34 jaar kijken ze nog steeds met een blik naar elkaar of ze elkaar weer voor het eerst zien en de vonk weer overslaat. Ze lachen nog steeds om elkaars grappen en completeren elkaar in elk opzicht. De huwelijksceremonie werd voltrokken in hun huis te midden van een intieme kring van familieleden en vrienden bestaande uit kunstenaars, schrijvers, artiesten, vrijdenkers en andere creatieve en vaak prettig gestoorde geesten. De sfeer was bijzonder. De manier hoe Marieke en Michael elkaar aankeken en de woorden die zij tot elkaar spraken verstevigde mijn geloof in ware liefde.

In Love in the Time of Cholera, het prachtige boek van Gabriel García Márquez, vindt het hoofdpersonage op tachtig jarige leeftijd uiteindelijk de ware liefde waar hij zijn hele leven voor heeft gevochten en naar op zoek is geweest. Voor die tijd heeft hij zich eerst door diverse goede en minder goede relaties heen moeten worstelen. Dit stemt mij gunstig. Dankzij dokter Vriesde zijn er weer een paar jaartjes extra aan mijn leven toegevoegd en heb ik hopelijk nog ruim veertig jaar de tijd om mijn Marieke te vinden. Weliswaar zonder zaadleiders, maar dat zal mijn Marieke een zorg wezen.

Hoop

Afgelopen weekend heb ik een documentaire gezien over het leven van één van ’s werelds grootste artiesten Bob Marley. Het was een bijzonder inspirerende film met een heleboel kippenvelmomenten. Op Jamaica, het geboorteland van Bob Marley, bestreden eind jaren zeventig van de vorige eeuw de aanhangers van twee politieke partijen elkaar letterlijk op leven en dood. Ondanks het feit dat hij fans en goede vrienden had onder beide partijen, haalde Marley zijn neus op voor politiek. Hij geloofde in “one love” en zijn vurigste wens was de mensheid één grote familie zou worden. Op Marley, die nadat hij ternauwernood aan een politiek getinte moordaanslag was ontsnapt en sindsdien in Engeland woonde, werd een beroep gedaan om op Jamaica een groot optreden te verzorgen om de gemoederen tot bedaren te brengen. Gedurende het optreden en onder luid gejuich van het bijna extatische publiek, riep Marley de twee leiders van de strijdende politieke partijen op het podium, greep hun handen en verzoende hen voor het oog van hun juichende aanhangers met elkaar. Kunst die verbroedert. Kunst die door alle maatschappelijke, religieuze en politieke barrières heen breekt en mensen bijeenbrengt. Kippenvel!

Bob Marley is denk ik één van de meest geciteerde artiesten. Eerlijkheidshalve irriteert me dat soms behoorlijk. Allerlei oppervlakkige en nietszeggende politici die teksten van Bob Marley te pas en te onpas gebruiken in een poging hun volgelingen te inspireren. Als Bob Marley vandaag de dag nog had geleefd en hij 1 US$ zou ontvangen voor elke keer dat een politicus Emancipate yourself from mental slavery citeerde zou hij één van de rijkste mensen op aarde zijn.

De film was voor mij overigens een prachtig sluitstuk van een hoopvolle week. Enkele dagen daarvoor had ik met mijn dochter het Kinderboeken Festival bezocht. Als man van het woord is het een verrukking om kinderen met stapels boeken te zien lopen of met open mond aan de lippen te zien hangen van iemand die zit voor te lezen. Ik benijd de dames van de organisatie die ook dit jaar weer alles hebben gegeven om het festival wederom tot een succes te maken. Wat een heerlijke baan om kinderen het genot en het belang van lezen bij te mogen brengen. En de beloning die zij mogen ervaren wanneer ze zien dat kleine kinderen die de beurs bezoeken gretig kennis in zich opnemen of kinderen zoals mijn dochter die al lopend op het terrein al begonnen hun boeken te lezen is onbeschrijfelijk. Vanaf mijn bescheiden podium zend ik dan ook mijn dank en de complimenten aan deze dames.

Niet alleen een dank voor weer een voortreffelijk festival, maar ook een dank dat ze mij weer wat hoop hebben gegeven. In eerste instantie had ik mijn pen gescherpt en een pot venijn klaargezet om mijn gramschap en afkeer te verwoorden met betrekking tot de plannen van de malloot Paul Middelijn om Fort Zeelandia en de omliggende gebouwen te confisqueren en er een zielloos, propagandistisch, politiek pretpark van te maken. Los van de bloederige zaken die zich hier in een ver en een niet zo ver verleden hebben voltrokken en het complex daardoor een onderdeel is geworden van de collectieve geschiedenis van het land, wordt het gebruikt voor verschillende culturele en educatieve activiteiten. Mijn dochter heeft hier haar eerste balletvoorstelling gegeven. Diverse indrukwekkende literaire festivals hebben hier plaatsgevonden. Het is een centrum van kunstenaars. En dit wil men ons nu ontnemen?

Maar de aanblik op de beurs van jonge leergierige kinderen die snakten naar kennis gaf mij hoop. Zolang ouders ervoor zorgen dat hun kinderen blijven leren en lezen en wij hun de waarheid onderwijzen en helpen opgroeien tot sterke volwassenen met gezond verstand hoeven wij ons niet al te veel zorgen te maken over de toekomst.

You can fool some people sometimes
But you can't fool all the people all the time

Dyugudyugu

Mijn vrienden en collega’s Harmen Boerboom en Pieter van Maele zijn een campagne gestart om het Surinaamse woord “dyugudyugu” ingeburgerd te krijgen in de Nederlandse taal. Ik vind het een prima initiatief en zal ze daarin ondersteunen. Of we niets beters te doen hebben?

Ja hoor. Harmen en Pieter zijn hardwerkende journalisten en ik heb ook genoeg om handen om mijn dagen te vullen. Maar laten we eerlijk zijn. De afgelopen weken was het somberheid troef in het land en viel er weinig te lachen in het nieuws. Vroeger kon ik nog wel eens lachen wanneer ik op mijn blog een column teruglas. Maar de laatste tijd krijg ik suïcidale neigingen bij het herlezen van mijn columns. Daarom grijp ik dit ludiek initiatief met beide handen aan. Hoe hilarisch zal het niet zijn als we over een tijdje premier Wilders van Nederland op het journaal horen zeggen: deze dyugudyugu in het land moeten wij niet willen met zijn allen!

Of als we koningin Beatrix in haar troonrede het volgende horen zeggen:

vanuit deze visie wil de regering de dyugudyugu in ons land aanpakken en de kansen voor morgen creëren. Menig Surinamer zal bulderend op de grond liggen van het lachen.

Over lachen gesproken, ik heb flink gelachen om de reacties van enkele kinderpsychologen en andere zogenaamde kindervrienden naar aanleiding van een verschenen rapport over kindermishandeling. Volgens deze experts, waarvan ik ten zeerste betwijfel of ze zelf kinderen hebben, staat een corrigerende tik op de bil gelijk aan gruwelijke lijfstraffen en mishandeling. Wanneer ik in Nederland bij vrienden op bezoek ben zie ik het resultaat van opvoeden zonder ooit een mep uit te delen. Ongemanierde, verwende, brutale en hinderlijke kinderen die erom vragen om met terugwerkende kracht te worden geaborteerd.

De broek van mijn zeer gewaardeerde collega Giwani Zeggen zal wel weer op zijn enkels zakken, maar ja Giwani, ook ik heb als kind regelmatig een pak slaag moeten incasseren. En weet je wat? Ik ben daar zeer dankbaar voor. Want wanneer ik in situaties terechtkwam dat ik op het punt stond rotzooi uit te halen en ik plots dacht aan mijn moeder die me alle hoeken van het huis door zou schoppen, koos ik eieren voor mijn geld en ging ik braaf naar huis. Het pak slaag dat ik regelmatig van mijn moeder kreeg heeft erger weten te voorkomen.

Maar deze discussie is niet nieuw. In 1946 publiceerde Dr. Benjamin Spock zijn boek Baby and Child care. Het boek was generaties lang een tweede bijbel voor ouders en tot de dag van vandaag verschijnen er herdrukken. Spock was ook de mening toegedaan dat je een kind geen pak slaag mag geven. Een paar decennia later toen hem werd gevraagd naar zijn mening over de ontspoorde jeugd trok hij zijn standpunt over de corrigerende tik in. Sta mij toe hem zelf aan het woord te laten.

“Ik ben ten volle bereid toe te geven dat ikzelf ten dele schuldig ben aan het lastige gedrag van veel hedendaagse kinderen. Niet in staat ferm op te treden is heden ten dage het meest algemene probleem van ouders. Het ontstane jeugdprobleem is zeker ten dele te wijten aan de deskundigen. De kinderpsychiaters, psychologen, onderwijzers, maatschappelijke werkers en kinderartsen zoals ik. In de 20e eeuw zijn ouders ertoe gebracht te geloven dat deze deskundigen de enige mensen zijn die precies weten hoe met kinderen moet worden omgegaan. Dat is de wrede manier waarop wij vaders en moeders van hun taak hebben beroofd. Natuurlijk deden wij dit met de beste bedoelingen. Maar wij beseften niet, totdat het te laat was, hoe onze houding van alwetendheid het zelfvertrouwen van de ouders ondermijnde.”

Het gelijktrekken van een corrigerende tik of een pak slaag met mishandeling en aftakelen is flauwekul. Daarnaast is geen enkel kind gelijk. Bij sommige kinderen is een strenge blik al voldoende, terwijl andere kinderen wel degelijk eens een paar tikken op de bil nodig hebben ter voorkoming van een heleboel dyugudyugu.

Krom recht

Op 5 mei 1980 werd in Duitsland de zevenjarige Anna Bachmeier op wrede wijze verkracht, vermoord en als restafval in een ondiepe kuil gedumpt. De vermoedelijke dader, een man die al eens eerder veroordeeld was geweest voor het aanranden van twee andere meisjes, werd al snel in de kraag gevat. Het aangeleverde feitenmateriaal was zo overtuigend dat ontkennen geen zin had. In plaats daarvan schilderde de verdediging van de man hem af als het slachtoffer. Anna zou met hem hebben geflirt. Daarnaast beweerden zij dat Anna vermoedelijk ook door haar vader zou zijn misbruikt en als gevolg daarvan seksueel vroeg ontwikkeld was en als een ware Lolita de arme man zou hebben ingepalmd. Ja, hij had zich aan haar vergrepen, maar gezien zijn alternatieve seksuele voorkeur kon hij niet anders. Hij had Anna zelfs geld aangeboden als ze niets tegen haar moeder zou zeggen. Toen het kind overstuur raakte moest hij haar wel vermoorden. Het kind had hem geen andere keus gelaten.

De moeder van Anna, Marianne Bachmeier, moest in de rechtszaal maandenlang aanhoren hoe haar zevenjarige dochter door de advocaten van de man als een sloerie werd afgeschilderd die door haar eigen gedrag dit onheil over zichzelf had afgeroepen. Op 6 maart 1981 toen de moordenaar van haar dochter in de beklaagdenbank zat en zijn advocaten weer bezig waren hem als het slachtoffer neer te zetten, trok zij midden in de rechtszaal een pistool en schoot koelbloedig 8 kogels op hem af. De man viel ter plekke dood neer. Vanuit de hele wereld kwamen er steunbetuigingen voor Marianne. Onder druk van de publieke opinie werd Marianne “slechts” voor doodslag en verboden wapenbezit tot 6 jaar gevangenisstraf veroordeeld en stond ze na 3 jaar alweer op straat. Volgens ooggetuigen lagen de advocaten, die kort daarvoor nog zeer ingenomen met zichzelf waren over de gehanteerde juridische spitsvondigheden en strategie om hun cliënt de slachtofferrol toe te bedelen, angstig onder de tafel toen de schoten vielen. Dat een moeder die uit was op gerechtigheid voor de gruwelijke moord op haar dochter niet onder de indruk was van hun juridische hoogstandjes en zelf maar het recht in eigen hand nam konden de heren juristen niet bevatten.

Na het aanhoren van de verklaringen van de krijgsraad in het 8 Decemberproces moest ik aan deze gebeurtenis denken. Niet dat ik zit te wachten op een nabestaande die uit frustratie in de rechtszaal zijn of haar pistool ledigt op een verdachte, maar de manier hoe de krijgsraad kronkelde en met allerlei wetten jongleerde om maar niet tot een uitspraak te hoeven komen met betrekking tot de voortgang van het proces deden me denken aan de onder de tafel van angst bibberende advocaten in het proces Bachmeier.

De afgelopen weken zijn er verschillende zuilen in de maatschappij met donderend geraas omgevallen. Mensen die opzagen naar de politiek als het instituut dat voor orde, veiligheid en ontwikkeling moest zorgen, hebben gezien hoe politici zich louter bekommeren om hun eigen belangen. Degene die hun hoop hadden gevestigd op geestelijke leiders zijn gedesillusioneerd geraakt toen ze hun zogenaamde herders, die als religieuze hoeren door politici worden gebruikt en betaald, op een podium zagen staan en hen voor tweespalt in de maatschappij zagen zorgen door grote delen van de gemeenschap als vijand van de staat te betitelen. En tenslotte degene die hun vertrouwen hadden gesteld in recht en wet en die nu met lede ogen moeten toezien hoe Vrouwe Justitia bibberend van angst onder een tafel ligt.

Wat voor maatschappelijk experiment rest ons nog? Anarchie? Heeft de bijbel toch gelijk over de tijdsperiode waarin we leven?

Food for thought

Kruiwagens

Toen ik bijna 2 decennia geleden met een koffer vol idealen en ethiek op Zanderij landde, was ik onthutst over de Surinaamse regelcultuur. Als je jarenlang in Nederland hebt gewoond, dan ben je gewend dat de meeste ambtenaren, winkelbediendes en collega’s gewoon doen wat er van ze wordt verwacht zonder dat je je hele agenda moet nabellen op zoek naar iemand die iets voor je kan regelen.

Al snel mocht ik ervaren dat wanneer je in Suriname keurig je beurt afwacht, de meest triviale zaken kunnen uitlopen op een drama of een lijdensweg. Zo vereist de bouw van een woning of een gebouw in Suriname letterlijk en figuurlijk een heleboel kruiwagens. Een oom bij de SWM. Een nicht op het hypotheekkantoor. De neef van de buurvrouw bij het CBB. Zelfs een oud klasgenootje die op één of andere obscure afdeling werkt bij het Ministerie van Openbare Werken moet worden ingezet om zaken gedaan te krijgen die anders als door een onzichtbare kracht worden vertraagd of simpelweg worden tegengehouden.

Twee jaar geleden kocht ik een woning in een mooie en rustige buurt te Uitvlugt. Het huis was enigszins verwaarloosd, maar ik zag in een oogopslag dat ik er een paradijsje van kon maken. Uiteindelijk is het paradijsje er inderdaad gekomen, alleen kon ik toen niet bevroeden dat de architect, de aannemer en andere betrokkenen mij eerst een reis door de hel zouden laten maken alvorens ik zelfs maar de contouren van mijn paradijsje zou kunnen zien. Ik kan een boek schrijven over de ellende en hoofdpijn waar je mee wordt geconfronteerd in de bouw. Ik had me voorgenomen alleen maar met gerenommeerde bedrijven te werken in de naïeve veronderstelling dat dit een garantie zou zijn voor kwaliteit en goed werk en zeker niet op de laatste plaats hoopte ik dat deze bedrijven de juiste kruiwagens hadden om zaken vlot gedaan te krijgen.

Aanvankelijk leek dit te lukken. De benodigde vergunningen, stempels en handtekeningen werden zonder al te veel hoofdpijn in orde gemaakt en warempel, mijn droomhuis is al zo goed als af. Ik begon er weer plezier in te krijgen en na de inrichting van de tuin en de aankomst van de meubels kon het aftellen beginnen. Dit aftellen moet echter geschieden met kaarslicht want een klein detail was nog niet in orde gemaakt. De EBS. Na weken aandringen kreeg ik uiteindelijk de offerte voor de aangevraagde verruiming van het stroomnet. Het was even slikken. Ik moest een dusdanig hoog bedrag betalen dat ik meende dat de EBS een kerncentrale voor mijn huis zou bouwen. Niettemin heb ik het bedrag gelijk betaald en verheugde ik me erop dat ik spoedig in een airco gekoelde kamer zou zitten en kon genieten van een ijskoud drankje uit de koelkast. Niet dus.

Ik heb iedereen die ik maar kende ingezet in een poging om mijn aansluiting in orde te krijgen, maar tevergeefs. Via enkele van mijn kruiwagens heb ik inmiddels begrepen dat de vereiste en door mij betaalde transformator nog niet eens is besteld door de EBS en dat dit nog een tijdje kan duren. Terwijl ik zwaar gefrustreerd wegrij van mijn onverlichte woning, passeer ik een grote pas in aanbouw zijnde Chinese supermarkt. Tot mijn verbijstering zie ik de EBS drukdoende een transformator te installeren. Ik sla mijzelf voor het hoofd. De belangrijkste kruiwagen om zaken in Suriname gedaan te krijgen ben ik vergeten!

Een kruiwagen met smeergeld.

Land van mijn vader

Er was ooit eens een tijd dat je een ticket kon kopen, je koffer kon pakken en zonder al te veel hoofdpijn in het vliegtuig kon stappen. Vandaag de dag is dat een ware lijdensweg. Terwijl ik voetje-aan-voetje met honderden andere chagrijnige, oververmoeide en zwaar transpirerende lotgenoten richting de beruchte poortjes schuifel, worden we toegesnauwd dat deze draconische voorzieningen voor onze eigen veiligheid zijn. Met een blik alsof ik in iedere lichaamsopening een handgranaat hebt verstopt, krijg ik op de toon als van een drilsergeant de opdracht mij van bijna alle kledingstukken te ontdoen waarna ik door het poortje word gejaagd. Ik kan me voorstellen dat als het je werk is om iedere dag tussen de benen van zwetende reizigers te moet friemelen, je dit niet iedere dag doet met een lach van oor tot oor, maar als je mensen op zo een onbeschofte wijze behandelt vraag je erom een granaat naar je hoofd geslingerd te krijgen.

Ik ben voor een training onderweg naar de Amerikaanse staat Texas. Terwijl ik in het vliegtuig zit en uit het raampje kijk naar het land dat onder mij kruipt word ik bevangen door een gevoel van melancholie. Dit is de staat waar mijn vader is geboren. De vader die ik nooit bewust heb gekend aangezien hij rond mijn derde levensjaar als Amerikaans soldaat vermist is geraakt in de Vietnamoorlog.

Geen berg aan de horizon
in dit land waar ik ben geboren
Geen berg aan de horizon
alleen ivoren torens

Als mens voel je je soms een speelbal van mysterieuze krachten. Een paar jaar geleden verbleef ik enkele dagen in San Francisco. Na een dag vol afspraken stelde mijn chauffeur voor om mij enkele van de bezienswaardigheden van de stad te laten zien. Vlak voor het vallen van de avond bracht hij me aan de andere kant van de San Francisco Bay om vanaf een heuveltop de ondergaande zon te zien. Het was een prachtig gebied en terwijl we samen van het uitzicht genoten overviel me een serene rust. Ik ben in San Pablo geboren. Ik wist dat het ergens in de staat California moest liggen, maar ik had het nooit op een kaart opgezocht. Ik weet het, voer voor psychologen maar ik had er nooit behoefte aan. Tot ik een tijdje geleden plots de drang voelde en ik mijn geboorte plaats googelde. Mijn mond viel open toen ik zag dat mijn geboorteplaats nog geen tien minuten verwijderd is van de heuvel waar ik toen met mijn chauffeur had gestaan!

Als ik in de taxi onderweg naar mijn hotel mijn telefoon weer aanmaak krijg ik een berichtje van een vriend van me uit Suriname.

“Je bent nu officieel een vijand van de staat.”

Ik kijk naar buiten en overdenk de ontwikkelingen in Suriname. Dan denk ik terug aan het bijzondere voorval, dat ik zonder het te beseffen op een paar kilometers afstand van de plaats heb gestaan waar mijn kumba tey ligt begraven. Ook het feit dat ik nu rij in de staat waar mijn vader is geboren laat me niet ongeroerd. Mijn moederland schijnt me te verstoten. Uit te sluiten. Zou mijn vaderland mij roepen om me in zijn armen te kunnen sluiten?

en dan verlang ik naar een ander huis
in het land van mijn vader
maar ook daar zal ik een vreemde zijn
in het land van mijn vader
rumah saya (mijn huis)
dimana rumah saya (waar is mijn huis?)

Ernst Jansz

Poederig

Afgelopen week had ik een interessant gesprek met een gepensioneerd ambtenaar die vroeger een topfunctie bekleedde binnen justitiële kringen. Op fluistertoon deed hij een boekje open over drugstransporten en smokkelpraktijken van bekende Surinaamse ondernemingen en families. Het is in Suriname vaak al een publiek geheim hoe sommige ondernemingen aan hun kapitaal zijn gekomen om hun plotselinge expansie te kunnen financieren, maar het was voor mij toch wel een schok om te vernemen dat enkele van mijn gedistingeerde en joviale klanten en zakenrelaties een poederig en dubieus verleden hebben.

Ik leef volgens het motto dat iedere heilige een verleden heeft en iedere zondaar een toekomst, maar het is als hardwerkende en relatief brave ondernemer zeer frustrerend te zien hoe anderen het ene na het andere bombastische bouwwerk uit de grond doen verrijzen terwijl jij elke cent moet omdraaien om een defecte toiletbril in je kantoor te kunnen vervangen. Ik gun een ieder een goed gevulde bankrekening, maar dan moet het kapitaal hierop wel op een eerlijke wijze zijn vergaard.

Een narcotica-agent vertelde me eens dat er drugsdealers in soorten en maten zijn. Je hebt het type dat zijn slag eenmalig slaat en met het geld een onderneming opzet die vervolgens op legitieme wijze verder wordt uitgebouwd. Tenzij hun lading wordt gevonden, is het met de huidige Surinaamse opsporingsmethoden zeer moeilijk dit type te grijpen. Een flink aantal grote winkels en ondernemingen schijnt op dergelijke wijze te zijn opgezet.

Dan heb je het type dat na een slag te hebben geslagen ongrijpbaar denkt te zijn en het vervolgens weer probeert.

“Dit zijn de jongens die met geld smijten, plotseling met goud behangen in Hummers en andere opzichtige wagens rondrijden en een horde volgelingen om zich heen hebben. Deze figuren zie je al van een paar kilometer in een poederwolkje aankomen lopen en ze worden vaak snel in de kraag gevat,” aldus de narcotica-agent.

De onlangs aangehouden drugsdealer Piet Wortel valt onder de laatste categorie. Businessclass reizen, logeren in dure hotels, wilde feestjes en smijten met geld. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat hij tegen de lamp zou lopen. Niet eenieder is blij met de vangst van deze grote dealer. Wortel was de hoofdsponsor van een Surinaamse voetbalclub en de eveneens door Wortel gefêteerde manager van de voetbalclub deed in een interview zijn beklag. De club zou nu in financiële nood zitten en er was nog wel een trip naar Aruba gepland welke volledig door Wortel zou worden betaald. Naar eigen zeggen zou de manager niet hebben geweten dat Wortel een drugsdealer zou zijn geweest. Ja hoor. Natuurlijk. En dat in Suriname waar eenieder al weet wat je hebt gedaan voordat je zelfs maar een stap hebt gezet. De manager is de mening toegedaan dat Wortel op grond van zijn verdiensten voor de club eigenlijk vrijgelaten zou moeten worden. 

Het is een gedachte die kenmerkend is voor de Surinaamse maatschappij. Dat drugsdealers worden gepakt is prima. Maar niet de dealers waar wij mee feesten en die ons sponsoren. Onze eigen dealers zijn sympathieke en gezellige jongens en eigenlijk hebben ze het hart wel op de juiste plek. Toch?

Vorige week was er veel consternatie over de filmbeelden van een primitief manwijf dat een tenger meisje ongenadig wreed aftakelde. Dit voorval was echter een klein druppeltje pus, afkomstig uit een grote etterende puist die onderhuids in onze maatschappij verborgen zit.

Schaamte

Ambivalent. Dat was mijn antwoord op de vraag van twee Amerikaanse journalisten naar mijn indrukken van de afgelopen week. Zij waren in Suriname voor een reportage over de goudsector en de uitdagingen die deze biedt voor een land in ontwikkeling als Suriname. Als collega ournalist hadden zij mij enkele weken geleden aangetrokken als fixer. Ik moest contact maken met verschillende spelers binnen de goudsector, afspraken maken met overheidsinstanties, een dossier samenstellen met relevante informatie en voorstellen doen van te bezoeken plaatsen.

Als journalist heb je een ingebouwde bullshit detector die gaat loeien wanneer iemand je één of ander slap verhaal op de mouw probeert te spelden of ronduit tegen je staat te liegen. Die detector draaide de afgelopen week overuren. Vanuit de overheid kregen wij mooie verhalen te horen over uitstekende vorderingen omtrent de ordening van de goudsector en fantastische toekomstplannen. Van verschillende goudbedrijven kregen wij te horen hoe milieuvriendelijk zij te werk gaan op zoek naar goud. Als journalist ging mijn hart sneller kloppen. Als mensen zo hun best doen om tegen je te liegen, dan weet je dat je een goed verhaal te pakken hebt. Aan de andere kant hou ik ook van mijn land en schaamde ik me tegenover de Amerikaanse journalisten wanneer we onderling een blik van verstandshouding uitwisselden wanneer iemand weer een verhaal in elkaar stond te flansen. Het gevoel van schaamte werd alleen maar erger tijdens de tochten naar het binnenland. Eenieder die nog in de veronderstelling verkeert dat de verkrachting van Brownsberg slechts een onfortuinlijk incident is en de rest van ons binnenland schoon en ongerept is wil ik bij deze uit de droom helpen.

Grote delen van ons binnenland worden compleet vernietigd. Na een tocht van bijna vijf uur belandden we halverwege een berg. Voor ons hadden we een prachtig uitzicht op het ongerepte bos met een ongekende variatie aan flora en fauna. Achter ons was het gebied volkomen kaalgekapt en omgetoverd in een landschap dat ik alleen maar ken van foto’s uit de Eerste Wereldoorlog van gebieden die dagenlang zijn gebombardeerd en waar geen boom meer overeind staat. Heel surrealistisch stond er precies op de grens van het kaalgekapte stuk en een pad waar nog wat groen langs groeide een hoge, afgestorven boom waarvan de kale takken als in een wanhopige doodsstrijd naar de hemel reikten.

We werden meegenomen naar een paar kilometers verder gelegen goudzoekerskamp waar Brazilianen bezig waren afgegraven grond te verwerken op zoek naar goud. Het gebied waar ze bezig waren was omgetoverd in een kilometerslang maanlandschap. Er lag een verharde drab op de bodem waar niet eens een grassprietje groeide. Als journalist wist ik dat we beethadden, maar ik schaamde me voor mijn land en de mensen die er woonden. Schoorvoetend voerde ik aan dat één van de personen die verantwoordelijk was voor de vernietiging van Brownsberg was gearresteerd. Dat moest ons toch hoopvol stemmen? Mijn bullshit detector en ongetwijfeld die van mijn Amerikaanse collega’s begon te loeien van mijn eigen flauwekul verhaal. Het heerschap dat is gearresteerd is de ondervoorzitter van de partij wiens voorzitter nog glibberiger is dan een aal in een emmer vol snot. Een voorzitter die eens is veroordeeld voor het schenden van de eerbaarheid van een jonge dame en die dus weinig scrupules zal hebben met het verkrachten van het binnenland voor eigen gewin. Follow the money, of in dit geval de klompjes goud en we zullen zien wie de misdadigers zijn die ons land anaal verkrachten. Hoeveel klinkende namen van mensen die hun mond vol hebben over “I love SU” zullen denkt u naar boven komen? Als journalist voel ik me trots op mijn bijdrage aan deze reportage, maar als burger die oprecht van Suriname houdt schaam ik me dat miljoenen Amerikanen straks zullen zien hoe Surinamers met hun land omgaan.

I love SU? Geef me een grote brik.

Objectief

Lang geleden toen ik mijn eerste schreden zette op het pad van de journalistiek kreeg ik van mijn toenmalige hoofdredacteur twee belangrijke lessen mee. De eerste was kill your darlings. Beginnende en slechte journalisten zijn vaak zo zelfingenomen met zichzelf dat hun stukken vol hoogdravende en quasi-intellectuele zinnen staan om erudiet en ontwikkeld bij de lezer over te komen. Het gaat om de tekst en de boodschap. Jij als journalist bent totaal niet relevant. Het deleten van al die wollige tekst en imponerende zinsconstructies en aanhalingen zal je stuk beter leesbaar maken en de boodschap beter overbrengen. Kill your darlings dus. Neem van mij aan dat wanneer je een uur aan een mooie zin hebt zitten sleutelen en je komt tot het besef dat de zin geen significante waarde heeft en je deze dus moet deleten, de term kill your darlings geen overdreven benaming is.

Dan de tweede belangrijke les. Objectiviteit in de journalistiek is flauwekul en bestaat niet. Elke keuze die de mens maakt, elke zin die de mens spreekt komt voort uit een bepaald denkpatroon welke is gevormd door opvoeding, levenservaring, levensvisie, geloof, maatschappelijke positie, ideologie en ga zo maar door. Ook als journalist schrijf je vanuit een bepaalde invalshoek of gedachtegang en dus subjectief. Er bestaan echter wel gradaties in subjectiviteit. Als president Bouterse een brandend weeshuis binnen zou rennen en er met tien baby’tjes op zijn arm uit zou komen, zouden sommige journalisten beweren dat hij de brand vermoedelijk zelf heeft aangestoken of zouden de jaren 80 er in wat voor vorm dan ook bij worden gesleept. In hun ogen kan Bouterse niets goeds doen en zullen ze aan elke situatie een draai geven om hem middels de pen aan het hout te kunnen nagelen. Ik geloof echter in een vorm van subjectiviteit waarbij je hard en scherp moet zijn, maar ook fair. Hoe vooringenomen je ook bent of hoe verwerpelijk je de persoon die je interviewt ook mag vinden, je moet professioneel genoeg zijn om hem ook zijn kant van het verhaal te laten vertellen en ook zijn eventuele verworvenheden of verdiensten eerlijk te vermelden.

De Surinaamse Vereniging van Journalisten heeft aangegeven niet op de uitnodiging te zijn ingegaan met betrekking tot de Amnestiewet discussie aangezien zij neutraal wil zijn en haar objectiviteit wil bewaren. Dat is prijzenswaardig. Journalisten zijn als vliegen die soms moeten neerdalen op de grote mesthoop van de politiek. We moeten ons echter niet laten besmeuren of voor één of ander politiek karretje laten spannen.

Ik zit momenteel in een hotelkamer in Las Vegas mijn column te schrijven. Terwijl ik in een wereld van illusies, klatergoud en plastic grandeur zit, begint over een paar uur de stille tocht in Suriname tegen de Amnestiewet. Veel vrienden lopen mee en er bekruipt me een onrustig gevoel. Deze column verschijnt “the morning after” en ik hoop dat alles dan rustig is verlopen zonder onlusten. Ik denk aan mijn collega’s van de SVJ. Als organisatie zullen ze niet meelopen, maar in hun hoedanigheid als journalist zullen ze verslag doen van de tocht. Volgens eigen zeggen objectief. Ik vraag me echter af hoe je als zelfrespecterende journalist geheel objectief kan zijn wanneer er zich vijf journalisten onder de 8 decemberslachtoffers bevinden?

Gedelete vriendschap

Een paar levens geleden volgde ik met een paar andere jonge managementtrainees een cursus etiquette. Een belangrijk onderdeel van de cursus was de keuze van het gespreksonderwerp tijdens een zakenlunch. Seks is taboe. Jouw escapades met vrouwen der horizontale geneugten zullen waarschijnlijk niet in goede aarde vallen bij een keurige huisvader. Hetzelfde geldt voor religie. Als jij je gram zit te spuien over het kindermisbruik binnen de katholieke kerk en je voorstelt de kerk als zijnde een pedofielennetwerk te sluiten, kan dit ook je kansen op een lucratief contract ruïneren als de klant een devoot katholiek is die iedere week in de kerk op zijn knieën met tranen in de ogen het Kyrie Eleison zit te zingen. De absolute afrader is politiek. Hoe emotioneel beladen dit onderwerp is, hebben we de afgelopen week met de amnestiediscussie kunnen ervaren. Het flinterdun korstje dat de afgelopen jaren over de 8 december wond was gegroeid, is bruut weggekrabd en de etter vloeit weer rijkelijk door de maatschappij.

De 8 Decembermoorden werden meestal rond de verkiezingen afgestoft en gebruikt als politieke speelbal. Enkel door de inzet van de nabestaanden is de verjaring van de moorden gestuit en uiteindelijk is een proces begonnen. Daarmee is de zaak uit handen van de politiek genomen en het is terechtgekomen op de plek waar het thuishoort, de groene tafel. Vanwege de lafheid en geveinsde amnesie van veel verdachten is het maar de vraag of de waarheid naar boven zal komen. Feit is wel, dat er de afgelopen dagen klaarblijkelijk zaken naar boven zijn gekomen die enkele van de verdachten zeer zenuwachtig hebben gemaakt.

Ik geloof niet in het mythologiseren van de 15 slachtoffers van 8 december. Ieder jaar worden ze meer en meer wonderbaarlijke en heroïsche daden toegedicht en worden de mannen bijna heilig verklaard. Wat de moorden voor mij juist zo verschrikkelijk maakt, is dat de meesten van hen juist normale vaders, broers en zonen waren zoals eenieder die heeft. Datgene wat hen echter onderscheidde, is dat zij de moed hadden om kritisch te zijn en te vechten voor waar zij in geloofden. Dit vechten deden zij niet door naar wapens te grijpen of aanslagen te beramen zoals Cliff Limburg, de endeldarm van de regering, jongeren via de radio probeert wijs te maken. Het enige wapen dat mijn oom Bram Behr hanteerde was zijn pen. Dat deed hij zeer bedreven door misstanden zoals corruptie, wanbeleid en zelfs moord door het toenmalige militaire bewind aan de kaak te stellen. Zijn kritische pen heeft hem het leven gekost. Hetzelfde geldt voor de anderen. Journalisten, juristen, decanen die hun werk goed deden en hun hart op de juiste plaats hadden. Na midden in de nacht uit hun huis te zijn gesleept, zijn de mannen alvorens te zijn gemarteld en vernederd in een orgie van geweld afgeslacht. Het verhaaltje van op de vlucht neergeschoten is dankzij het forensisch onderzoek al onderuitgehaald. De onzinnige verhalen die nu worden verteld over gewapend verzet zijn wederom laffe pogingen om de moordpartij goed te praten en naïeve jongeren en goedgelovigen zand in de ogen te strooien. Wee degene die poogt wat krom is, recht te praten.

Net als dertig jaar geleden zijn de afgelopen week veel vriendschappen verbroken. Ook ik heb onder andere op Facebook een paar mensen gedelete. Ik verwacht van vrienden niet alleen gezond verstand, maar ook bepaalde morele waarden en ethiek. De discussie rond de Decembermoorden heeft niets met politiek te maken, maar is een discussie over goed en kwaad. Iemand die de moorden om wat voor redenen dan ook probeert goed te praten, kan onmogelijk tot mijn vriendenkring behoren. Familie krijg je, maar vrienden kan je kiezen. En indien nodig gelukkig ook weer deleten.

Amnestie

Ik vrees dat ik mijn verontschuldigingen moet aanbieden aan couppleger en medeverdachte in het 8 decemberproces, Ruben Rozendaal. Ik had reikhalzend uitgekeken naar het aangekondigde interview dat de Parbode met hem had in de hoop dat er schokkende onthullingen en details naar buiten zouden komen. In plaats daarvan kwam er een beeld naar voren van iemand die in de jaren tachtig samen met zijn medecoupplegers flink wat geld en bezittingen had vergaard en met de rest van De groep van 16 als koningen regeerden en van het leven genoten.

“Ik was vrij. Ik was een player. Vrouwen waren en zijn mijn hobby!” aldus Rozendaal in het interview. Dertien kinderen bij zeven vrouwen is het bewijs dat hij zijn hobby serieus nam. Dankzij zijn band met Bouterse verkreeg Rozendaal grond en kapitaal en kocht hij bedrijven.

Het onderhouden van dertien kinderen en daarnaast ook nog een dure hobby als het verzamelen van vrouwen hakt er financieel behoorlijk in. En aangezien je zakelijk inzicht niet kan verkrijgen met de loop van een Uzi zat Rozendaal al spoedig financieel aan de grond. Nu hij moet rondkomen van een miserabele uitkering van een paar honderd Surinaamse dollars en op de koop toe ook nog een nierpatiënt is, schijnt plotseling zijn geweten te gaan knagen. Hij voelt zich in de steek gelaten door zijn voormalige strijdmakkers. Eerdere getuigenverklaringen van zijn kant trekt hij in en plots richt hij zijn pijlen op Bouterse. Deze zou volgens Rozendaal wel degelijk aanwezig zijn geweest in het fort terwijl er al stapels lijken lagen. Ook zou Bouterse hem recentelijk hebben benaderd en beloftes hebben gedaan als hij zijn mond zou houden.

Het kwam bij mij allemaal een beetje ongeloofwaardig over en het klonk als de woorden van een verbitterd man die het niet kan uitstaan dat zijn voormalige strijdmakkers hem berooid hebben achtergelaten en hem niet laten mee eten van de koek. Totdat maandagavond laat het nieuws binnenkwam van het indienen van het voorstel ter aanpassing van de amnestiewet. Er zal amnestie worden verleend voor alle betrokkenen rond de gebeurtenissen van 8 december 1982. Totale verbijstering en een schok voor eenieder met ook maar een greintje moreel besef in het lijf. Goed, je hoeft niet bepaald een helder licht te zijn om te beseffen dat er na een eventuele veroordeling van de rechtbank er één of andere gratieregeling zou komen. Maar er is nog niet eens een uitspraak en nu komt men al paniekerig met een amnestieregeling.

Volgens de indieners is er maatschappelijke rust nodig om de ontwikkeling van het land ter harte te nemen. Dit is als een slaaptabletje geven aan een kankerpatiënt en vervolgens een schattig Dorapleistertje plakken op de tumor. Zolang die tumor in het land niet op een goede manier is behandeld gaat er nooit sprake zijn van rust.

Dan dit argument. De jongeren die totaal niets hebben meegemaakt van die donkere dagen zijn nu volwassen en weten niets van die periode en je moet ze niet belasten met het verleden. Pardon? Wanneer deze Surinaamse jongeren niet de moeite nemen zich te verdiepen in een gebeurtenis die al ruim dertig jaar als een donkere schaduw over het land hangt en niet over het vermogen beschikken te beseffen wat goed of slecht is, dan is die eerdergenoemde tumor klaarblijkelijk volledig uitgezaaid in onze maatschappij en is het land verdoemd en kan ik stoppen met schrijven.

De enige verklaring die ik voor deze paniekreactie kan geven is dat Rozendaal in de herfst van zijn leven toch oprecht is in zijn streven de waarheid aan het licht te brengen. Nu maar hopen dat hij spoedig zijn verhaal doet alvorens hij besluit een einde aan zijn leven te maken door zichzelf aan zijn jockey op te hangen.

http://www.eenvandaag.nl/buitenland/40116/amnestie_voor_bouterse

Soldaten eer

Ik kom uit een militair nest. Mijn grootvader heeft gevochten in de Tweede Wereldoorlog en een oom van me heeft gevochten in Korea. Daarnaast heb ik een paar ooms die als officieren en onderofficieren hebben gediend in het Surinaamse leger. En dan is er mijn vader.

Mijn vader was een Amerikaans beroepsmilitair die eind jaren zestig van de vorige eeuw in Duitsland was gestationeerd alwaar hij mijn moeder leerde kennen. Nadat zijn diensttijd in Duitsland erop zat, kreeg hij orders terug te keren naar Amerika. Echter niet alvorens op Duitse bodem liefdevol zorg te hebben gedragen voor de verwekking van uw toegenegen columnist.

Het was de periode van de Vietnamoorlog en mijn vader werd als onderofficier met duizenden andere Amerikaanse soldaten naar dat onbekende, godvergeten land gestuurd om te gaan vechten. Gedurende de periode dat hij daar vocht, stuurde hij tientallen brieven naar mijn moeder welke zij ergens gedurende mijn tienerjaren aan mij overdroeg. Daar mijn vader rond mijn derde levensjaar vermist raakte in de oorlog, zijn deze brieven de enige band die ik met mijn vader heb en de enige manier om hem te leren kennen. Toen ik jonger was, had ik moeite met het beeld van mijn vader dat uit de brieven naar voren kwam. Inmiddels ben ik vele jaren ouder dan mijn vader was, toen hij die brieven schreef en ik herken veel van hem in mijzelf. Ik vecht tegen dezelfde innerlijke demonen waar hij tegen vocht en deel zijn voorliefde voor verboden vruchten en de duistere kanten van de menselijke ziel.

Mijn vader heeft mensen gedood. Veel mensen gedood. En in een schemerige oorlog als die in Vietnam was het niet altijd even duidelijk of degene die je had gedood daadwerkelijk de vijand was. Daarnaast heeft mijn vader in de oorlog beslissingen genomen die ter discussie stonden en die hem voor de krijgsraad hebben doen belanden. Mijn vader heeft zowel in zijn brieven als voor de krijgsraad altijd de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich genomen en nooit geprobeerd de schuld in andermans schoenen te schuiven of een zondebok te zoeken.

Wat een schril contrast met de oud-officieren en onderofficieren die we tijdens het 8 Decemberproces voorbij hebben zien komen draven. Op laffe wijze werd de verantwoordelijkheid afgewend op overleden strijdmakkers. Anderen konden zich zogenaamd niets voor de geest halen en weer anderen, waaronder de toenmalige bevelhebber, kwamen simpelweg nooit opdagen. Het zijn dezelfde mannen die de mond vol hebben over het herinvoeren van de dienstplicht die zelf te laf zijn om de verantwoordelijkheid op zich te nemen, openheid van zaken te geven of simpelweg aan te geven dat zij op de bewuste plek aanwezig waren. Als voormalige officieren zo laf zijn, kan ik me voorstellen dat men de dienstplicht wil invoeren. De beelden van deze schuinsmarcheerders en angsthazen zijn niet bepaald een wervingscampagne en tja, dan is de enige manier om jongeren onder de wapenen te krijgen middels de punt van een bajonet.

Voor een echte soldaat gelden zaken als eer, loyaliteit, discipline en integriteit. Mijn vader heeft in de Vietnamoorlog handelingen verricht die niet altijd de schoonheidsprijs verdienden. Maar ik ben trots om zijn zoon te zijn, omdat hij met rechte rug de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen en bereid was de gevolgen van zijn daden te ondergaan. De vraag die de oud-militairen die tijdens het 8 Decemberproces zo een schijnvertoning hebben opgevoerd zichzelf moeten stellen is of hun zonen datzelfde van hen kunnen zeggen.

Ogri

Een microfoon of een draaiende camera kan soms tot wonderbaarlijke situaties leiden. Ik heb situaties gehad waarbij ik mensen interviewde die tijdens het voorgesprek zeer rap van tong waren, maar toen ze een microfoon onder de neus geschoven kregen compleet dichtsloegen. Stille momenten doen het niet zo goed op de televisie of de radio, dus als journalist moet je op zo een moment alle registers opentrekken om toch iets zinnigs uit de persoon te krijgen. Je probeert te prikkelen en door een combinatie van open en gesloten vragen het gesprek naar het gewenste onderwerp of uitspraak te masseren. Een flinke dosis subtiliteit is hierbij vereist aangezien je niet de indruk wilt wekken dat jij als journalist het gesprek leidt of woorden in de mond van de geïnterviewde legt.

Dan heb je een andere situatie. Je hebt een voorgesprek met iemand waarbij je de woorden uit de mond moet trekken maar wanneer de microfoon tevoorschijn komt er een verbale waterval losbarst. Dit kan handig zijn en na het nodige knipwerk bij de montage kan er een prima verhaal uit voortkomen. Voor een echte journalist is het verkrijgen van een goede primeur aangenamer dan seks. Maar net als met seks is er sprake van een relatie en een vertrouwensband met degene die je interviewt. In sommige gevallen vertelt de persoon meer dan dat hij eigenlijk zou willen. Wat te doen? Het materiaal toch gebruiken en de persoon in verlegenheid brengen en daarmee het in jouw gestelde vertrouwen beschadigen? De afweging wat te publiceren en wat niet is een enorme verantwoordelijkheid en één van de moeilijkste beslissingen voor een journalist.

De afgelopen dagen zijn er op Starnieuws interviews gepubliceerd met de weduwe van het heerschap dat zichzelf met zijn drie kleine kinderen de dood in heeft gejaagd door de Saramaccarivier in te rijden. Na het gebeuren deden de meest fantastische en afschuwelijke verhalen over de vrouw de ronde, dus ik kan me voorstellen dat zij van de gelegenheid gebruik wilde maken om haar kant van het verhaal te vertellen. Maar ik heb mijn bedenkingen of zij echt blij moet zijn met het beeld dat van haar in de artikelen is geschetst. Ik vat het even kort samen. Het is het beeld van een eenvoudige, laaggeschoolde vrouw, die op veel te jonge leeftijd in het huwelijk is getreden en ondanks mishandeling en vernedering bij haar alcoholist van een man is gebleven in de naïeve veronderstelling dat er sprake was van ware liefde. Ik kan diverse van haar citaten aanhalen, maar ik krijg er een zeer onbehagelijk gevoel bij.

Ik besprak de interviews met een Hindoestaanse vriendin.

“Binnen de Hindoestaanse cultuur is het heel belangrijk wat mensen van je denken. Niet in termen van dom of slim, maar meer als in goed of slecht. Op boiti stikt het van dit soort gevallen. Jonge Hindoestaanse meisjes, waar de ouders meer waarde hechten aan snel trouwen en kinderen krijgen dan aan een goede opleiding of persoonlijke ontwikkeling van hun dochter. Deze weduwe heeft nu tenminste een stem gekregen en ik begrijp wel dat ze die kans aangrijpt om haar naam te zuiveren. Het is goed dat het naar buiten komt en dat mensen dit zien.”

Zo zie je maar. Ik geloof dat je mensen soms tegen zichzelf in bescherming moet nemen. Met dat in gedachte weet ik niet of ik als journalist haar verhaal op deze wijze naar buiten zou hebben gebracht. Starnieuws heeft daar wel voor gekozen. Wie weet dat haar verhaal anderen zal helpen. Wan ogri e tyar wan bun.