Land van mijn vader

Er was ooit eens een tijd dat je een ticket kon kopen, je koffer kon pakken en zonder al te veel hoofdpijn in het vliegtuig kon stappen. Vandaag de dag is dat een ware lijdensweg. Terwijl ik voetje-aan-voetje met honderden andere chagrijnige, oververmoeide en zwaar transpirerende lotgenoten richting de beruchte poortjes schuifel, worden we toegesnauwd dat deze draconische voorzieningen voor onze eigen veiligheid zijn. Met een blik alsof ik in iedere lichaamsopening een handgranaat hebt verstopt, krijg ik op de toon als van een drilsergeant de opdracht mij van bijna alle kledingstukken te ontdoen waarna ik door het poortje word gejaagd. Ik kan me voorstellen dat als het je werk is om iedere dag tussen de benen van zwetende reizigers te moet friemelen, je dit niet iedere dag doet met een lach van oor tot oor, maar als je mensen op zo een onbeschofte wijze behandelt vraag je erom een granaat naar je hoofd geslingerd te krijgen.

Ik ben voor een training onderweg naar de Amerikaanse staat Texas. Terwijl ik in het vliegtuig zit en uit het raampje kijk naar het land dat onder mij kruipt word ik bevangen door een gevoel van melancholie. Dit is de staat waar mijn vader is geboren. De vader die ik nooit bewust heb gekend aangezien hij rond mijn derde levensjaar als Amerikaans soldaat vermist is geraakt in de Vietnamoorlog.

Geen berg aan de horizon
in dit land waar ik ben geboren
Geen berg aan de horizon
alleen ivoren torens

Als mens voel je je soms een speelbal van mysterieuze krachten. Een paar jaar geleden verbleef ik enkele dagen in San Francisco. Na een dag vol afspraken stelde mijn chauffeur voor om mij enkele van de bezienswaardigheden van de stad te laten zien. Vlak voor het vallen van de avond bracht hij me aan de andere kant van de San Francisco Bay om vanaf een heuveltop de ondergaande zon te zien. Het was een prachtig gebied en terwijl we samen van het uitzicht genoten overviel me een serene rust. Ik ben in San Pablo geboren. Ik wist dat het ergens in de staat California moest liggen, maar ik had het nooit op een kaart opgezocht. Ik weet het, voer voor psychologen maar ik had er nooit behoefte aan. Tot ik een tijdje geleden plots de drang voelde en ik mijn geboorte plaats googelde. Mijn mond viel open toen ik zag dat mijn geboorteplaats nog geen tien minuten verwijderd is van de heuvel waar ik toen met mijn chauffeur had gestaan!

Als ik in de taxi onderweg naar mijn hotel mijn telefoon weer aanmaak krijg ik een berichtje van een vriend van me uit Suriname.

“Je bent nu officieel een vijand van de staat.”

Ik kijk naar buiten en overdenk de ontwikkelingen in Suriname. Dan denk ik terug aan het bijzondere voorval, dat ik zonder het te beseffen op een paar kilometers afstand van de plaats heb gestaan waar mijn kumba tey ligt begraven. Ook het feit dat ik nu rij in de staat waar mijn vader is geboren laat me niet ongeroerd. Mijn moederland schijnt me te verstoten. Uit te sluiten. Zou mijn vaderland mij roepen om me in zijn armen te kunnen sluiten?

en dan verlang ik naar een ander huis
in het land van mijn vader
maar ook daar zal ik een vreemde zijn
in het land van mijn vader
rumah saya (mijn huis)
dimana rumah saya (waar is mijn huis?)

Ernst Jansz

Objectief

Lang geleden toen ik mijn eerste schreden zette op het pad van de journalistiek kreeg ik van mijn toenmalige hoofdredacteur twee belangrijke lessen mee. De eerste was kill your darlings. Beginnende en slechte journalisten zijn vaak zo zelfingenomen met zichzelf dat hun stukken vol hoogdravende en quasi-intellectuele zinnen staan om erudiet en ontwikkeld bij de lezer over te komen. Het gaat om de tekst en de boodschap. Jij als journalist bent totaal niet relevant. Het deleten van al die wollige tekst en imponerende zinsconstructies en aanhalingen zal je stuk beter leesbaar maken en de boodschap beter overbrengen. Kill your darlings dus. Neem van mij aan dat wanneer je een uur aan een mooie zin hebt zitten sleutelen en je komt tot het besef dat de zin geen significante waarde heeft en je deze dus moet deleten, de term kill your darlings geen overdreven benaming is.

Dan de tweede belangrijke les. Objectiviteit in de journalistiek is flauwekul en bestaat niet. Elke keuze die de mens maakt, elke zin die de mens spreekt komt voort uit een bepaald denkpatroon welke is gevormd door opvoeding, levenservaring, levensvisie, geloof, maatschappelijke positie, ideologie en ga zo maar door. Ook als journalist schrijf je vanuit een bepaalde invalshoek of gedachtegang en dus subjectief. Er bestaan echter wel gradaties in subjectiviteit. Als president Bouterse een brandend weeshuis binnen zou rennen en er met tien baby’tjes op zijn arm uit zou komen, zouden sommige journalisten beweren dat hij de brand vermoedelijk zelf heeft aangestoken of zouden de jaren 80 er in wat voor vorm dan ook bij worden gesleept. In hun ogen kan Bouterse niets goeds doen en zullen ze aan elke situatie een draai geven om hem middels de pen aan het hout te kunnen nagelen. Ik geloof echter in een vorm van subjectiviteit waarbij je hard en scherp moet zijn, maar ook fair. Hoe vooringenomen je ook bent of hoe verwerpelijk je de persoon die je interviewt ook mag vinden, je moet professioneel genoeg zijn om hem ook zijn kant van het verhaal te laten vertellen en ook zijn eventuele verworvenheden of verdiensten eerlijk te vermelden.

De Surinaamse Vereniging van Journalisten heeft aangegeven niet op de uitnodiging te zijn ingegaan met betrekking tot de Amnestiewet discussie aangezien zij neutraal wil zijn en haar objectiviteit wil bewaren. Dat is prijzenswaardig. Journalisten zijn als vliegen die soms moeten neerdalen op de grote mesthoop van de politiek. We moeten ons echter niet laten besmeuren of voor één of ander politiek karretje laten spannen.

Ik zit momenteel in een hotelkamer in Las Vegas mijn column te schrijven. Terwijl ik in een wereld van illusies, klatergoud en plastic grandeur zit, begint over een paar uur de stille tocht in Suriname tegen de Amnestiewet. Veel vrienden lopen mee en er bekruipt me een onrustig gevoel. Deze column verschijnt “the morning after” en ik hoop dat alles dan rustig is verlopen zonder onlusten. Ik denk aan mijn collega’s van de SVJ. Als organisatie zullen ze niet meelopen, maar in hun hoedanigheid als journalist zullen ze verslag doen van de tocht. Volgens eigen zeggen objectief. Ik vraag me echter af hoe je als zelfrespecterende journalist geheel objectief kan zijn wanneer er zich vijf journalisten onder de 8 decemberslachtoffers bevinden?

Gedelete vriendschap

Een paar levens geleden volgde ik met een paar andere jonge managementtrainees een cursus etiquette. Een belangrijk onderdeel van de cursus was de keuze van het gespreksonderwerp tijdens een zakenlunch. Seks is taboe. Jouw escapades met vrouwen der horizontale geneugten zullen waarschijnlijk niet in goede aarde vallen bij een keurige huisvader. Hetzelfde geldt voor religie. Als jij je gram zit te spuien over het kindermisbruik binnen de katholieke kerk en je voorstelt de kerk als zijnde een pedofielennetwerk te sluiten, kan dit ook je kansen op een lucratief contract ruïneren als de klant een devoot katholiek is die iedere week in de kerk op zijn knieën met tranen in de ogen het Kyrie Eleison zit te zingen. De absolute afrader is politiek. Hoe emotioneel beladen dit onderwerp is, hebben we de afgelopen week met de amnestiediscussie kunnen ervaren. Het flinterdun korstje dat de afgelopen jaren over de 8 december wond was gegroeid, is bruut weggekrabd en de etter vloeit weer rijkelijk door de maatschappij.

De 8 Decembermoorden werden meestal rond de verkiezingen afgestoft en gebruikt als politieke speelbal. Enkel door de inzet van de nabestaanden is de verjaring van de moorden gestuit en uiteindelijk is een proces begonnen. Daarmee is de zaak uit handen van de politiek genomen en het is terechtgekomen op de plek waar het thuishoort, de groene tafel. Vanwege de lafheid en geveinsde amnesie van veel verdachten is het maar de vraag of de waarheid naar boven zal komen. Feit is wel, dat er de afgelopen dagen klaarblijkelijk zaken naar boven zijn gekomen die enkele van de verdachten zeer zenuwachtig hebben gemaakt.

Ik geloof niet in het mythologiseren van de 15 slachtoffers van 8 december. Ieder jaar worden ze meer en meer wonderbaarlijke en heroïsche daden toegedicht en worden de mannen bijna heilig verklaard. Wat de moorden voor mij juist zo verschrikkelijk maakt, is dat de meesten van hen juist normale vaders, broers en zonen waren zoals eenieder die heeft. Datgene wat hen echter onderscheidde, is dat zij de moed hadden om kritisch te zijn en te vechten voor waar zij in geloofden. Dit vechten deden zij niet door naar wapens te grijpen of aanslagen te beramen zoals Cliff Limburg, de endeldarm van de regering, jongeren via de radio probeert wijs te maken. Het enige wapen dat mijn oom Bram Behr hanteerde was zijn pen. Dat deed hij zeer bedreven door misstanden zoals corruptie, wanbeleid en zelfs moord door het toenmalige militaire bewind aan de kaak te stellen. Zijn kritische pen heeft hem het leven gekost. Hetzelfde geldt voor de anderen. Journalisten, juristen, decanen die hun werk goed deden en hun hart op de juiste plaats hadden. Na midden in de nacht uit hun huis te zijn gesleept, zijn de mannen alvorens te zijn gemarteld en vernederd in een orgie van geweld afgeslacht. Het verhaaltje van op de vlucht neergeschoten is dankzij het forensisch onderzoek al onderuitgehaald. De onzinnige verhalen die nu worden verteld over gewapend verzet zijn wederom laffe pogingen om de moordpartij goed te praten en naïeve jongeren en goedgelovigen zand in de ogen te strooien. Wee degene die poogt wat krom is, recht te praten.

Net als dertig jaar geleden zijn de afgelopen week veel vriendschappen verbroken. Ook ik heb onder andere op Facebook een paar mensen gedelete. Ik verwacht van vrienden niet alleen gezond verstand, maar ook bepaalde morele waarden en ethiek. De discussie rond de Decembermoorden heeft niets met politiek te maken, maar is een discussie over goed en kwaad. Iemand die de moorden om wat voor redenen dan ook probeert goed te praten, kan onmogelijk tot mijn vriendenkring behoren. Familie krijg je, maar vrienden kan je kiezen. En indien nodig gelukkig ook weer deleten.

Amnestie

Ik vrees dat ik mijn verontschuldigingen moet aanbieden aan couppleger en medeverdachte in het 8 decemberproces, Ruben Rozendaal. Ik had reikhalzend uitgekeken naar het aangekondigde interview dat de Parbode met hem had in de hoop dat er schokkende onthullingen en details naar buiten zouden komen. In plaats daarvan kwam er een beeld naar voren van iemand die in de jaren tachtig samen met zijn medecoupplegers flink wat geld en bezittingen had vergaard en met de rest van De groep van 16 als koningen regeerden en van het leven genoten.

“Ik was vrij. Ik was een player. Vrouwen waren en zijn mijn hobby!” aldus Rozendaal in het interview. Dertien kinderen bij zeven vrouwen is het bewijs dat hij zijn hobby serieus nam. Dankzij zijn band met Bouterse verkreeg Rozendaal grond en kapitaal en kocht hij bedrijven.

Het onderhouden van dertien kinderen en daarnaast ook nog een dure hobby als het verzamelen van vrouwen hakt er financieel behoorlijk in. En aangezien je zakelijk inzicht niet kan verkrijgen met de loop van een Uzi zat Rozendaal al spoedig financieel aan de grond. Nu hij moet rondkomen van een miserabele uitkering van een paar honderd Surinaamse dollars en op de koop toe ook nog een nierpatiënt is, schijnt plotseling zijn geweten te gaan knagen. Hij voelt zich in de steek gelaten door zijn voormalige strijdmakkers. Eerdere getuigenverklaringen van zijn kant trekt hij in en plots richt hij zijn pijlen op Bouterse. Deze zou volgens Rozendaal wel degelijk aanwezig zijn geweest in het fort terwijl er al stapels lijken lagen. Ook zou Bouterse hem recentelijk hebben benaderd en beloftes hebben gedaan als hij zijn mond zou houden.

Het kwam bij mij allemaal een beetje ongeloofwaardig over en het klonk als de woorden van een verbitterd man die het niet kan uitstaan dat zijn voormalige strijdmakkers hem berooid hebben achtergelaten en hem niet laten mee eten van de koek. Totdat maandagavond laat het nieuws binnenkwam van het indienen van het voorstel ter aanpassing van de amnestiewet. Er zal amnestie worden verleend voor alle betrokkenen rond de gebeurtenissen van 8 december 1982. Totale verbijstering en een schok voor eenieder met ook maar een greintje moreel besef in het lijf. Goed, je hoeft niet bepaald een helder licht te zijn om te beseffen dat er na een eventuele veroordeling van de rechtbank er één of andere gratieregeling zou komen. Maar er is nog niet eens een uitspraak en nu komt men al paniekerig met een amnestieregeling.

Volgens de indieners is er maatschappelijke rust nodig om de ontwikkeling van het land ter harte te nemen. Dit is als een slaaptabletje geven aan een kankerpatiënt en vervolgens een schattig Dorapleistertje plakken op de tumor. Zolang die tumor in het land niet op een goede manier is behandeld gaat er nooit sprake zijn van rust.

Dan dit argument. De jongeren die totaal niets hebben meegemaakt van die donkere dagen zijn nu volwassen en weten niets van die periode en je moet ze niet belasten met het verleden. Pardon? Wanneer deze Surinaamse jongeren niet de moeite nemen zich te verdiepen in een gebeurtenis die al ruim dertig jaar als een donkere schaduw over het land hangt en niet over het vermogen beschikken te beseffen wat goed of slecht is, dan is die eerdergenoemde tumor klaarblijkelijk volledig uitgezaaid in onze maatschappij en is het land verdoemd en kan ik stoppen met schrijven.

De enige verklaring die ik voor deze paniekreactie kan geven is dat Rozendaal in de herfst van zijn leven toch oprecht is in zijn streven de waarheid aan het licht te brengen. Nu maar hopen dat hij spoedig zijn verhaal doet alvorens hij besluit een einde aan zijn leven te maken door zichzelf aan zijn jockey op te hangen.

http://www.eenvandaag.nl/buitenland/40116/amnestie_voor_bouterse