Zomaar een gesprek

“Ik hoop dat ze dit beest net zo afschieten als die andere vier! Verschrikkelijk om door zo een monster te worden verkracht. Kijk naar die foto! Het lijkt wel een kakkerlak met die vlechtjes.”
Ik keek naar de foto van de van verkrachting verdachte voortvluchtige. Inderdaad niet het toonbeeld van menselijke schoonheid. En de vlechtjes die uit zijn hoofd staken deden werkelijk denken aan voelsprieten. Echter bekroop me het vervelende gevoel dat mijn emotionele gesprekspartner niet alleen op de vlechtjes doelde toen ze de man kwalificeerde als beest. 

“Het zijn niet alleen negers die verkrachten hoor”, mompelde ik. 
“Dat weet ik Henry! Maar het zijn wel altijd dit soort schoften die het op een beestachtige wijze doen!”
“Oh? Wat, Hindoestanen verkrachten op een vriendelijke wijze? Is het minder erg om door een Hindoestaan te worden verkracht dan door een neger?”

“Dat is echt een stomme opmerking! Bij Hindoestanen speelt verkrachting zich voornamelijk af binnen de familiekring of komt het voort uit een dronken bui. Jouw negers breken in, mishandelen en beroven gezinnen en als dat al niet traumatisch genoeg is verkrachten ze ook nog vaak de aanwezige vrouwen! Dat is het verschil!”

“Mijn negers????”

“Ja jouw negers! Jij had ook al zo een tye poti houding toen ze die vier hadden neergeschoten. Je zeurt altijd dat de politie niet accuraat optreedt en nu ruimen ze deze ellendelingen op en zit je nog te zeuren!”

“Hey lieverd, er is nog een heel groot gebied tussen niet komen opdagen wanneer je ze belt en een wagen met vier verdachten doorzeven met kogels! En ja, mijn journalistiek instinct knaagt behoorlijk bij dit voorval. Volgens Justitie waren deze mannen enorme gangsters maar er werd niet eens een waterpistooltje op ze gevonden. Wat voor dreiging ging er dan van ze uit dat je ze zo overhoop moest schieten? Dan beweert de politie dat ze deze mannen al maanden op het spoor waren en hun telefoons afluisterden. Waarom hebben ze de overval in de Maretraite Mall dan niet verhinderd? Daar hebben de overvallers geschoten en konden er doden zijn gevallen. Deze mannen waren verdachten en ja, als burger heb ik er moeite mee als agenten of militairen als executeur optreden en verdachten overhoopschieten. De staat heeft het monopolie op geweld. Maar dat betekent niet dat je iedereen zomaar een wapen in de hand kan drukken. Van agenten en militairen verwacht ik vuurdiscipline, ze moeten bekwame schutters zijn en weten wanneer en hoe hun wapens te gebruiken. De volgende keer zit ik met vrienden in een auto en worden wij overhoopgeschoten omdat er ergens een overval is gepleegd en wij verdacht zijn!”

“Dat slaat nergens op. Jij voldoet totaal niet aan het profiel van een crimineel!” 

“Omdat ik geen vlechtjes heb?” 

“Doe lollig!”

“Oh, dus omdat ik niet zwart ben? Dus je wilt me zeggen dat we nu in Suriname al zover zijn dat als je na een avondje stappen met vier zwarte jongens in een auto naar huis rijdt, je de kans loopt overhoop te worden geschoten omdat je aan een daderprofiel voldoet?” 

“Henry doe niet naïef. Daderprofilering komt niet zomaar uit de lucht vallen hoor schatje. En nu zullen andere misdadigers wel twee keer nadenken voor ze hun rotzooi uithalen!” 

“Dus het overhoopschieten van vier verdachten, en ik benadruk verdachten, dient als doel om aspirant misdadigers te waarschuwen? Dit voorval is alleen maar een waarschuwing voor de echte zware criminelen dat wanneer ze in het nauw zijn gedreven ze hun leven duur moeten verkopen en moeten schieten op alles en iedereen die ze in de weg staat.”

“Wat zou jij dan doen als er ’s nachts plotseling een paar van deze figuren bij jou thuis over de poort zouden springen?” 

“Schieten.”

“Nou dan! Dan waarom klets je zo heilig?”

“Dat is appels met peren vergelijken schat. Het verschil is dat degene die bij mij over de poort springen geen verdachten zijn, maar daders en ik mijzelf dus verdedig. De mannen die zijn doodgeschoten zijn verdachten en daar hoort de rechter over te oordelen, maar dat gaat nu vrij lastig met een kilo kogels in hun lichaam.”

“Hey laat me hoor. Ik ben blij dat ze zijn opgeruimd en ik slaap er een stuk beter door. Zo, en nu ga ik ervandoor en haal het niet in je hoofd om mij in een column van je te zetten!”

I have a dream

Er is ingebroken bij een vriendin van me. Dit feit is op zich niet zo bijzonder aangezien in Suriname dagelijks mensen bezoek krijgen van het dievengilde. Sterker nog, diezelfde week viel nog twee andere vrienden de twijfelachtige eer ten deel om hun met bloed, zweet en tranen bijeen vergaarde spullen onvrijwillig kwijt te raken. Een tomeloze energie en ijver kan de heren boeven niet worden ontzegd. Hoe welvarend zou ons mooie landje wel niet zijn geweest als deze heren dezelfde ijver aan de dag zouden leggen bij het opzetten van een bedrijfje of bij een reguliere baan? Naast de gebruikelijke spullen als camera’s, laptops en juwelen is mijn vriendin een complete digitale fotocollectie van haar dochter kwijtgeraakt. De geboorte, de eerste lach, de eerste stapjes, vakanties en nog meer. Een verlies dat niet in geld valt uit te drukken. “Henry, ik haat die beesten!” Wat voor troostende woorden zeg je op zo een moment?


Ik ben een overtuigd misantroop en dit soort gebeurtenissen sterken mij weer in mijn overtuiging dat de meeste mensen niet deugen. Lees een weekje de krant. Gewelddadige overvallen op gezinnen en bejaarden. Personeel dat een overval fingeert en een groot bedrag van de werkgever ontvreemdt. Mannen die hun vrouw uit jaloezie een kogel door het hoofd schieten of in brand steken. Politici die zichzelf schaamteloos verrijken terwijl de meeste gezinnen niet weten hoe ze de maand moeten doorkomen. Ben ik te negatief? Zelfs God verzucht in de bijbel dat de kroon van zijn schepping er wel een heel erg rotzooitje van maakt. Van al deze ellende zou je spontaan aan de fles geraken, ware het niet dat door de recente accijnsverhogingen het wegdrinken van frustraties, ergernis en verdriet slechts is weggelegd voor de welgestelden onder ons.


Toch word ik soms aangenaam verrast. Tussen het puin in het door een aardbeving en tsunami getroffen gebied in Japan, hebben burgers en reddingswerkers voor miljoenen aan geld en waardevolle spullen gevonden en dit keurig overgedragen aan de autoriteiten. Dit in een gebied waar complete dorpen zijn weggevaagd en de inwoners zich vermoedelijk onder de 28.000 doden bevinden. Het leverde voor mij een van de mooiste televisiereportages op. Een Westerse televisieploeg interviewde met behulp van een tolk een man die net een gevonden kluis had ingeleverd. Via de tolk werd de man gevraagd waarom hij de kluis niet zelf had gehouden aangezien de eigenaar waarschijnlijk toch dood was. De man keek verward naar de tolk en er ontstond een kort maar heftig gesprekje tussen de tolk en de man, waarna de tolk het antwoord op bijna dezelfde verontwaardigde toon vertaalde: “Het is niet mijn kluis. Hoe zou ik die dus ooit kunnen houden?” Prachtig! Ik zie al taferelen voor me dat in de aankomende regentijd de hele stad onder water stroomt en Surinamers al het geld en waardevolle bezittingen die zij vinden inleveren bij de autoriteiten die op hun beurt op zoek gaan naar de rechtmatige eigenaars. Dit zijn de momenten dat ik weer hoop krijg in de mensheid.
I have a dream.