Hand van God

Soms komt een column letterlijk uit de hemel vallen. Vorige week is in Amerika Mark Wolford overleden aan de gevolgen van een slangenbeet. Wolford was een zelfbenoemd pastoor van het type waar we er in Suriname ook enkele van hebben rondlopen. Een gladde tong, luidruchtig, heel selectief met het citeren van Bijbelteksten en niet te beroerd om zijn zakken te laten vullen door zijn schaapachtige volgelingen. Om zijn preken kracht bij te zetten, greep hij tussen de nodige Halleluja’s en prijs-de-heertjes door een slang uit een kooi die hij voor de ogen van zijn hysterische volgelingen zwaaide om zijn vast vertrouwen en band met God te bewijzen. Dat ging vorige week dus even mis. Althans, dat ligt er maar aan door welke bril je dit voorval bekijkt. Nu zou dit gegeven al voldoende zijn om mijn geloof in God een enorme boost te geven, ware het niet dat er nog een dimensie zit aan dit verhaal. Zoals het in de kringen van dit soort zelfbenoemde kerkleiders gebruikelijk is, had Wolford van zijn vader niet alleen de leiding van de kerk geërfd maar ook zijn manier van het verwisselen van het tijdelijke met het eeuwige. De vader van Wolford is namelijk ook voor de ogen van zijn volgelingen door de beet van een slang overleden. Wolford kan tevreden zijn. Zelfs de meest verstokte atheïst zou hier niet alleen de hand van God in zien, maar ook overtuigd zijn van het feit dat God over een goed gevoel voor humor beschikt.

Onderwijs en educatie zijn de beste remedie tegen het verstikkende bijgeloof die onze voorouders uit Afrika en India hebben meegenomen en tegen de theologische onzin waarmee witte overheersers ons eeuwenlang aan banden hebben proberen te leggen. Dat de schellen van de ogen van veel Surinamers beginnen te vallen is ook tot onze Surinaamse handjeklap voorgangers doorgedrongen. In het verleden kon je in grote advertenties lezen dat je op één of andere genezingsdienst van kanker, aids en andere ernstige ziekten kon worden genezen. Zowel theologisch als wetenschappelijk natuurlijk flauwekul, maar er zijn altijd wel goedgelovige mensen die hier intrappen en die bereid zijn de toch al overvloedige kas van hun voorganger te vullen met hun zuur verdiende geld. Het recept is bekend. Mensen met een aantoonbare ziekte worden uiteraard niet genezen, waarna ze de mededeling krijgen dat dit te maken heeft met hun gebrek aan geloof of dat ze er waarschijnlijk stiekem een zondig leven op na houden. Nu valt hier verder wel mee te leven als het een ingegroeide teennagel betreft, maar wanneer mensen die terminaal ziek zijn hun laatste restje hoop op deze theologische charlatans hebben gevestigd is het misdadig. Gelukkig wordt de doorsnee Surinamer dankzij de globalisatie en het toegankelijker worden van educatie en onderwijs een stuk slimmer. Vorige week stond er weer een joekel van een advertentie in de krant voor een genezingsdienst, echter de betreffende voorganger heeft wijselijk de namen van verschillende ziekten weggelaten en het maar slechts gehouden op ziekten in zijn algemeniteit.

Wolford wordt er door enkele van zijn collega’s van beschuldigd dat zijn geloof niet sterk genoeg was of dat hij door God voor het één of ander werd gestraft. Uitgaande van de stelligheid waarmee onze handjeklap voorgangers hun rotsvast geloof en band met God propageren daag ik ze uit dit te bewijzen door net als Wolford een slang bij hun diensten te gebruiken. Zo uit het blote hoofd stel ik een makkaslang voor. Mocht de makkaslang het script niet goed begrijpen en vol enthousiasme toehappen, dan zal de voorganger middels een cito genezingsdienst alsnog kunnen bewijzen een ware man van God te zijn. Ik heb een onwankelbaar vertrouwen in de hand van God. Hoe staat het met u, heren voorgangers?

De Antitheïst

“Georganiseerde religie is de belangrijkste bron van haat in de wereld. Het is gewelddadig, irrationeel, intolerant, moedigt aan tot racisme, tribalisme en onverdraagzaamheid. Ze investeert in onwetendheid, staat vijandig tegenover vrij onderzoek, minacht vrouwen en dringt zich op van kindsbeen af!”

Kijk, dat is wat je noemt met gestrekt been een debat induiken en een statement maken. Voordat ik weer één of andere zich in het kruis getast voelende gelovige aan de telefoon krijg, deze woorden zijn niet van mij afkomstig, maar komen uit de mond van de vorige week overleden Christopher Hitchens. De doorsnee Surinamer zal nooit van hem hebben gehoord, maar Hitchens was een schrijver, journalist en een columnist met een pen en een mening zo scherp als een scalpel. Enkele jaren geleden werd hij vijfde bij een internationale verkiezing voor de meest toonaangevende, invloedrijke intellectuelen. Zoals uit zijn bovenstaande woorden al blijkt, had hij een enorme afkeer van religie. Hij was een atheïst, of zoals hij zichzelf betitelde een antitheïst.

In zijn boek God is Not Great: How Religion Poisons Everything, somt hij de ellende en wantoestanden op die religie over de mensheid heeft uitgestort. Gelovigen die aanslagen plegen met vliegtuigen waarbij duizenden mensen het leven verliezen. Gelovigen die zichzelf opblazen tussen vrouwen en kinderen. Gelovigen die kleine kinderen misbruiken. Gelovigen die in oorlogen elkaar bij bosjes afmaken. Gelovigen met kerstmutsen op die ter meerdere eer en glorie van henzelf met draaiende camera’s zwervers op straat bespringen. Ok, dat laatste was een toevoeging van mij, maar het moge duidelijk zijn, door dit soort praktijken moet je soms met het schaamrood op de wangen toegeven dat je gelovig bent. Vraag de meeste mensen die beweren gelovig te zijn eens waar ze eigenlijk in geloven of neem de levensstijl van veel zogenaamde voorvechters van God eens onder de loep en je zou spontaan atheïst worden.

En toch zeg ik met de overtuiging en standvastigheid van een blok gewapend beton dat ik een gelovig mens ben. Wanneer ik over de rivier vaar en ik hoor de geluiden van het bos en ik zie de ondergaande zon, dan ervaar ik dat als een schouderklopje van God. Als ik denk aan het wonder dat ik recent nog mocht beleven, de geboorte van een kind, dan zie ik daarin een high-five van God. Of wanneer ik verdwaal in de glimlach en ogen van een mooie vrouw, dan zie ik ergens diep daarin een knipoogje van diezelfde God. 

Hitchens had gelijk, de naam van God is misbruikt om te moorden, te verkrachten, te plunderen en ga zo maar door. Maar deze zaken rijmen zich niet met de God die mij een thumbs-up geeft, wanneer ik volgende week op Aruba over een wit strand met wuivende palmbomen loop en ik met een cocktail in mijn hand over een blauwe zee staar waar de zon langzaam in verdwijnt.

Ik zou willen zeggen: rust zacht Hitchens, maar ik hoor zijn door drank en sigaretten gehavende stem al mompelen: “zit niet zo sentimenteel te zeiken Carbière. Ik slaap niet, ik ben dood!”
Het zal een bijzonder moment zijn wanneer Hitchens ooit eens wordt geconfronteerd met dezelfde God waar ik in geloof.

De kwetsbaren

Ondanks mijn wantrouwen jegens kerkleiders, voelde ik toch een zekere mate van deernis voor bisschop De Bekker toen ik enkele citaten uit zijn nachtmis hoorde. De Heilige Stoel zal hem ook wel een exemplaar hebben gestuurd van het vorige week verschenen rapport van de commissie-Deetman. Deze commissie is gevraagd om een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de omvang, aard en gevolgen van seksueel misbruik door Nederlandse geestelijken van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk en naar de befaamde doofpotcultuur die binnen de kerk heerst.

In het rapport is een lijst van namen opgenomen van ruim duizend collega’s van De Bekker, die zich schuldig hebben gemaakt aan het misbruiken van duizenden aan hun zorg toevertrouwde kinderen. Ook in Suriname zijn er tientallen Surinaamse kinderen door Nederlandse paters en geestelijken misbruikt. In het 1200 pagina’s tellend rapport wordt de Rooms-Katholieke Kerk aan het kruis genageld en wordt er een beeld geschetst van een internationaal netwerk van pedofielen met machtige en duistere connecties. Want ondanks het feit dat de namen van veel van de daders bekend zijn, lopen de meeste van hen nog vrij rond of zijn ze overgeplaatst naar andere gebieden of landen waar ze in veel gevallen de verspreiding van de heerlijkheid Gods op hun eigen perverse wijze vrolijk voortzetten.

Het moet een behoorlijk bittere pil zijn geweest voor De Bekker. Deed hij een tijd geleden de meldingen van misbruik binnen de kerk nog af als een “modegril” en zei hij dat hij absoluut niet van plan was een mea culpa uit te spreken namens de kerk, nu wordt hij met zijn neus op de harde feiten gedrukt. Volgens het rapport zijn er tussen 1940 en 2010 naar schatting 20.000(!) kinderen verkracht en aangerand door Nederlandse Rooms-Katholieke geestelijken. De Bekker moet zwetend achter zijn bureau hebben gezeten toen hij bezig was met de voorbereiding van de mis. Kent hij een paar van de mannen die zich hebben vergrepen aan koorknaapjes? Zouden er onder de toehoorders personen zijn die als kind een traumatische ervaring hebben opgelopen in dezelfde kerk waar hij de mis zal opdragen? Dankzij het internet zullen Surinaamse journalisten, althans degene die hun vak serieus nemen, inmiddels ook al over een kopie van het rapport beschikken. Komen die weer met lastige vragen?
De arme man. Ik hoor hem bijna zuchten terwijl hij vertwijfelt naar het kruis aan de muur staart.

“God kiest voor de kwetsbaren,” sprak hij tijdens de mis. Ik was even in verwarring. Bedoelde hij de duizenden misbruikte kinderen, of bedoelde hij zijn collega’s die met naam en toenaam in het rapport worden genoemd? Binnen de kerk is het volgens het rapport namelijk gebruikelijk de daders als slachtoffers te bezien met menselijke zwakheden en gevallen van misbruik onder de mijter te houden. Terwijl De Bekker sprak over de betekenis van Jezus voor onze tijd, borrelde er een verontrustende gedachte in mij op. Wat zou de betekenis van Jezus vandaag de dag zijn geweest, als hij een paar decennia geleden was geboren en Jozef en Maria de zorg over hem aan één van de in het rapport genoemde collega’s van De Bekker hadden toevertrouwd?

Food for thought.

God in de politiek

Ik ben geen democraat. Ik heb een Joods-Christelijke achtergrond en dat maakt me in wezen een theocraat. Dat woord is heden ten dage niet populair en wordt geassocieerd met lang bebaarde mannen die met een heilig geschrift in de ene hand en een geweer in de andere, allerlei verwensingen en onheilsboodschappen over andersdenkenden heen braken. Of met keurige roomblanke heren die met het andere heilige geschrift in de hand hel en verdoemenis uitspreken over eenieder die zondags niet naast hen in de kerk zit.

Onlangs sprak een bekende Amerikaanse geestelijke zich uit over de afschuwelijke gebeurtenis die zich in Haïti heeft voorgedaan. In zijn betoog gaf hij aan dat de Haïtianen deze ramp aan zichzelf te wijten hadden vanwege hun voorliefde voor voodoo. God houdt niet van voodoo, dus doodde hij maar ruim 200.000 mensen. Momenteel circuleert er een mailtje door Suriname met een soortgelijke boodschap.

Allerlei theologische theorieën worden aangehaald om aan te tonen dat de Haïtianen deze ramp aan zichzelf hebben te danken. Ik vraag me af of God niet moe wordt van al die mensen die beweren te weten wat zijn motieven en beweegredenen zijn. Mensen die weten wat voor kleur behang er bij Hem in de woonkamer hangt en die zich opwerpen als Zijn woordvoerder en executeur.

Een sympathiek politiek partijtje in Suriname probeert nu met God in het vaandel regeermacht te behalen. Los van het feit dat God er in zijn geschriften vrij duidelijk over is dat Zijn aanhangers zich niet met iets pedant als menselijke politiek moeten inlaten, is God in de politiek om meerdere redenen niet wenselijk. Een maatschappelijk debat over abortus, euthanasie of de doodstraf botst bij religieuze partijen al gauw op de dooddoener: maar God wil het zo! Daarnaast heeft de geschiedenis bewezen dat er niets zo polariserend werkt als religie.

Politiek is het bereiken van consensus, water bij de wijn doen. Hoe ver is een religieus georiënteerde partij bereidt dit te doen? Daarnaast is het aanmatigend om met een zogenaamd goddelijke goedkeuring het politieke toneel te willen betreden en zodoende een claim te willen leggen op het monopolie van de moraliteit. Ik kan me volledig terugvinden in de woorden van Winston Churchill: democratie is de slechtste regeringsvorm, op alle andere methoden die al geprobeerd zijn na.

Ons niveau van democratisch gestel hebben we het afgelopen jaar kunnen aanschouwen. Over elkaar heen rollende en trappende parlementariërs. Met minirokjes zwaaiende en denigrerende opmerkingen makende afgevaardigden. Deze gebeurtenissen zijn voor mij steeds weer een bevestiging van mijn mening over de democratie en als mens wens ik mij verre van dit soort taferelen te houden. Hoeveel te meer geldt dit dan niet voor God? Politiek is mensenwerk, en daar dient God tot Zijn bestemde tijd ver boven verheven te blijven.