Mooie woorden

Enige tijd geleden is de moeder van een vriendin van me overleden. Ze leed jarenlang aan psychoses en communiceren met haar ging soms moeizaam. Ze hield echter een schriftje bij waar ze woordjes en kleine zinnen in opschreef. Toen mijn vriendin dit vertelde was ik ontroerd. Ik hou van woorden. Ik kan genieten van een simpel woord uitgesproken op het juiste moment of van iemand die welbespraakt is en die woorden op een bijna eerbiedige wijze weet te hanteren. Dat deze vrouw die in haar eigen hoofd en gedachten was verdwaald ogenschijnlijk willekeurige woorden opschreef vond ik fascinerend.

In de Surinaamse politiek zijn er helaas maar weinigen die beseffen wat voor een invloed woorden kunnen hebben. Otmar Rodgers wist het. En Jiwan Sital. Daar waar Rodgers zijn woorden als een floret gebruikte, gebruikte Sital zijn woorden met de elegantie van een kettingzaag. Voor hun slachtoffers weliswaar een traumatische ervaring, maar voor de omstanders een genot om te volgen. Hun vertrek is een groot gemis en het volgen van de DNA-vergaderingen is nadien behoorlijk saai geworden. De meeste politici struikelen over hun eigen woorden of braken een lege of onsamenhangende woordenstroom uit, die door onkundige journalisten gretig worden opgetekend met als resultaat dat het publiek vaak wordt opgezadeld met nietszeggende nieuwsberichten. De afgelopen dagen zijn we overspoeld met persconferenties van de nieuwe regering. Zuchtend en met een verveeld gezicht wordt de pers te woord gestaan. Bij de meeste van deze gelegenheden bekruipt me hetzelfde gevoel dat ik heb als met junkfood. Het ziet er lekker en imposant uit, maar na een uurtje heb je weer honger en vraag je je af wat je eigenlijk hebt gegeten. Echter dit zijn de momenten die voor een geoefend luisteraar interessant kunnen zijn.

Neem de persconferentie van de president vorige week met betrekking tot de vergadering van de Inter American Drugs Abuse Control Commission (Cicad) welke in eerste instantie in Suriname zou worden gehouden, maar om onduidelijke redenen plots naar Washington is verplaatst. Naar aanleiding van een vraag over uitspraken die de president tijdens de verkiezingscampagne over de voormalig minister van Justitie Chandrikapersad Santokhi heeft gedaan, reageerde onze geliefde president met de woorden dat uitspraken gedaan op politieke podia niet relevant zijn. Die enkele woorden deden mij plotsklaps rechtop in mijn stoel zitten en ik verwachtte een verbale tsunami die door de aanwezige journalisten over de president zou worden uitgestort. Het bleef helaas oorverdovend stil en er volgde een zeer relevante vraag naar de mening van de president over de oorlog in Irak en Afghanistan.

Nu besef ik terdege dat politici tijdens de verkiezingen een behoorlijke spagaat maken tussen de waarheid en verkiezingsbeloften, maar de president heeft Santokhi herhaaldelijk afgeschilderd als een wolf in schaapsklederen die nauwe banden onderhield met grote drugsdealers. Of de president heeft gelijk en Santokhi is een verkapte drugs kingpin en maakt Suriname zich belachelijk door hem af te vaardigen als zijn vertegenwoordiger, of de president heeft zich schuldig gemaakt aan karaktermoord door de goede naam te besmeuren van een minister die zich met hart en ziel heeft ingezet in zijn werk. En kan je dat simpel wegwuiven als verkiezingsretoriek?

De nieuwe regering heeft de mond vol over transparantie en openheid. Wel, er was weinig transparantie rond de ontmoeting van de president met Santokhi vorige week. Voor het overleg werden alle andere aanwezigen de kamer uitgebonjourd en werd er nadien met geen woord gerept over datgene wat er achter gesloten deuren tussen de twee heren is besproken. Onverstandig. Want voor sommige mensen bestaat er dan nog een derde optie, namelijk die van twee heren die beiden niet zuiver op de graad zijn en die onder het genot van een dikke sigaar en een goed glas whisky schouderkloppend en breedlachend over dat domme volk tot een overeenkomst zijn gekomen. Wang tra winti é wai? Zo zie je maar weer: mooie woorden zijn niet waar en ware woorden zijn niet mooi.-.

Een vuurbal als laatste wens

Het afgelopen weekend was voor mij vol met spiritualiteit, zelfreflectie en geestelijke activiteiten. Het is goed om eens uit de ratrace te stappen en je te realiseren dat er in het leven belangrijkere zaken zijn dan enkel het vergaren van materie. Je oog, je hart en je geestelijke gezindheid zuiver houden geeft meer voldoening en een grotere beloning dan de nieuwste elektronische gadget of het alsmaar willen vergroten van de bankrekening. Religie behoort een verrijking te zijn voor de mensheid, het behoort een antwoord te geven op al onze levensvragen en ons troost te bieden in duistere tijden.

Hoe bitter is het om te zien dat religie juist de bron is van veel leed en ellende in de wereld. Met het kruis in de ene hand en het zwaard in de andere werden volkeren in slavernij weggevoerd, oorlogen gesanctioneerd en recentelijk zowel in Rwanda als Joegoslavië waren geestelijken van de christenheid medeschuldig aan volkerenmoord. Denk aan het leed dat binnen de christenheid is veroorzaakt door het seksueel misbruiken van kinderen en waarbij de kerk de ontstane situatie en media-aandacht vervelender schijnt te vinden dan het aangedane leed van de slachtoffers. Of denk aan landen die leven onder de Sharia waar de meest gruwelijke lijfstraffen worden toegepast, vrouwen worden onderdrukt of vanwege eerwraak vermoord, of waar de staat rechtstreeks terroristen financiert die zogenaamd in naam van Allah dood en verderf zaaien onder onschuldige mensen.

Ik heb in mijn jongere jaren bijna alles gedaan wat God verboden heeft. Ik heb gespiekt tijdens mijn economie examen op het Lyceum. Ik heb vrouwen hoop gegeven terwijl ik wist dat het nooit iets zou worden. Onder het mom van experimenteren heb ik een scala aan geestverruimende middelen en alcohol tot mij genomen. Ik ben in menig bed wakker geworden welke niet het mijne was en heb ooit het genoegen gehad na wel een heel gezellig feestje op kosten van de staat een paar dagen op bureau Nieuwe Haven te mogen doorbrengen om mijn leventje te overdenken. Dwaze handelingen die de jeugd eigen zijn. Gedurende het laatste decennium ben ik gelukkig wat verstandiger geworden en ben ik me in geestelijke zaken gaan verdiepen, maar ik realiseer me terdege dat ik een zondig mens ben. Vandaar dat ik zelden met een vinger naar iemand wijs of iemand veroordeel. Voor één iemand maak ik echter een uitzondering: Bisschop Steve Meye.

Bisschop Meye is voor mij de verpersoonlijking van al datgene wat er mis is met religie. Als een religieus souteneur heeft hij de deuren van zijn kerk en die van de media wagenwijd geopend voor Bouterse. Begrijp me niet verkeerd. Ik kan me zo uit de losse pols een paar gebeurtenissen voor de geest halen waarvan ik me kan voorstellen dat Bouterse met een knagend geweten ‘s nachts in bed naar het plafond ligt te staren en de behoefte heeft om een zoektocht naar God te ondernemen. Dat is prima en ik hoop dat dit oprecht is. Echter zou het wat gepaster zijn als hij stilletjes achter in de kerk zou plaatsnemen in plaats van pontificaal voorin onder het toeziend oog van camera’s en de pers. Ook de gebedsdienst in OCER liet weer eens zien dat God over een enorm geduld en zelfbeheersing moet beschikken. Een Bisschop Meye die op de stoel van God plaatsneemt en in zijn naam lof en zegeningen uitspreekt over Bouterse en Brunswijk. Als ik God was geweest had ik waarschijnlijk een enorme vuurbal richting dit walgelijke tafereel geslingerd. Maar wat in het vat zit verzuurt niet.

Mijn grootste beschuldiging naar Bisschop Meye zijn de zogenaamde gebeds- en genezingsdiensten waarbij hij claimt mensen van diverse dodelijke ziekten te kunnen genezen. Zowel theologisch als wetenschappelijk is aan te tonen dat dit kolder is. Het meest misdadige is echter dat mensen die door de reguliere medische wetenschap zijn opgegeven, hun laatste hoop vestigen op genezing door Bisschop Meye. Uiteraard lukt dit niet en vervolgens krijgen zij van Bisschop Meye te horen dat dit te wijten is aan hun eigen gebrek aan geloof. Op hun sterfbed worden deze mensen dus beroofd van hun geloof en vertrouwen in God en sterven zij met een onvoorstelbare angst.

Gelet op mijn zondig verleden reken ik erop dat ik van God ooit eens de rekening gepresenteerd zal krijgen. Ik hoop de laatste jaren van mijn leven echter voldoende punten bij Hem te hebben gescoord dat, alvorens Hij mij door de aarde laat opslokken of op een andere drastische wijze mijn bestaan uitwist, Hij vlak voordat hij Zijn oordeel voltrekt mij de gunst verleent alsnog die vuurbal richting Bisschop Meye te mogen zien vliegen. Dan zal ik met een gelukzalige lach het tijdelijke met het eeuwige verwisselen. Hallelujah!