Ik ben dol op reizen. Zelfs het hangen in een lounge of uren zitten in een vliegtuig ervaar ik over het algemeen als plezierig. Mijn gedachten dwalen af naar datgene wat ik de voorgaande dagen heb meegemaakt, of ik verheug me op wat ik op mijn plaats van bestemming voornemens ben te gaan ondernemen. Daarnaast helpt het wachten mij om mijn gedachten te ordenen, wat vaak weer uitmondt in een ideale gelegenheid om te schrijven.
De afgelopen weken heb ik zowel vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen bezocht als het eerste concentratiekamp van de nazi’s in Duitsland, Dachau. Genoeg stof om over te zitten malen in mijn hoofd, en dan is er geen beter remedie dan mijn pen. Hoe jaag je miljoenen mensen als makke schapen de dood in? En dan heb ik het niet over het morele aspect, maar puur logistiek. Los van de Duitse Grundlichkeit en organisatietalent werd het me duidelijk wat het beste wapen was dat de nazi’s op meesterlijke wijze hanteerden: hoop.
Joden kregen een oproep zich met een koffer en voedsel voor een paar dagen aan te melden voor resettlement naar het oosten, waar ze volgens de Duitsers tewerkgesteld zouden worden. Hoop. De reis eindigde echter in een vernietigingskamp, waar ze boven de ingang van het kamp de tekst Arbeit macht frei (werk maakt vrij) zagen. “Ah!”, dachten de Joden, “een tijdje hard werken en dan weer naar huis.” Hoop. Op het perron waar de Joden aankwamen en waar de groep in tweeën werd verdeeld, stond in enkele gevallen een wagen van het Rode Kruis. Hoop. De grote groep die werd afgevoerd, werd verteld dat ze gebaad zouden worden en na het baden een maaltijd zouden krijgen. Ze moesten zich uitkleden en hun kleding dusdanig bewaren dat ze die na het baden makkelijk terug zouden kunnen vinden. Hoop. Zelfs bij degenen die wantrouwig werden en een akelig voorgevoel hadden, werd dit gevoel gedoofd door de hun voorgehouden hoop.
In de kampen was het geen brute macht die miljoenen de dood in dreef, maar hoop. De belofte van werk, van hereniging, van een nieuwe plek om te leven — zorgvuldig gewekt, zorgvuldig misbruikt. Hoop hield mensen rustig, gaf ze de illusie van een toekomst, terwijl hun gruwelijke toekomst al beslist was.
In deze tijd is het niet anders. Hoop wordt misbruikt door politici, werkgevers, onderwijzers, huwelijkspartners, voorgangers, maar ook vaak genoeg door onszelf. Later wordt het beter. Later zal ik gelukkig zijn. Later ga ik die reis ondernemen. Later zal God alles in orde maken. Hoop kan ons dragen, maar ook verlammen. Hoop is als een Januskop: de ene kant geeft kracht om te volharden, de andere kant schuift het leven voor ons uit naar een horizon die steeds verschuift, totdat we op een dag wakker worden en het tot ons doordringt dat ons leven voorbij is en de hoop waar we aan vasthielden niets anders was dan een opiumpijp.
Het is opmerkelijk te zien dat degenen die hun hoop daadwerkelijk omzetten in daden en zich proberen te onttrekken aan de dagelijkse sleur en de soms verpletterende leegheid van het bestaan, vaak kritisch worden bekeken door hun omgeving. Logisch, want de meeste mensen houden angstvallig vast aan conventies, schijnzekerheden, dogma’s en door anderen door de strot geduwde meningen, zienswijzen en gedachten. Eenieder die daarvan losbreekt en probeert te leven, is verdacht, geestelijk onvolwassen of gevaarlijk en moet teruggetrokken worden in de grote grijze massa, of worden verstoten.
Ik verkeer in de herfst van mijn leven. Ik heb succesvolle bedrijven opgezet, ik heb gebouwd en ik laat een heleboel leeswerk na voor mijn kinderen, die, wanneer ze daar geestelijk gereed voor zijn, mijn gedachten en leven kunnen nalezen en hun vader beter kunnen begrijpen. Of niet. Hoe dan ook, wanneer ik straks dood neerval en mijn leven zich aan mijn ogen voorbij trekt, dan kijk ik terug op een overwegend mooi leven waarin ik liefde heb gekend, mooie vriendschappen heb gehad, menigmaal heerlijk passioneel de liefde heb bedreven, heb genoten van vele reizen en waar ik op mijn manier een rimpel in de zee der eeuwigheid heb mogen achterlaten. Er zullen mensen zijn die afkeurend hun hoofd schudden bij de keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt, maar wanneer ik mijn laatste adem uitblaas, zal die gepaard gaan met een glimlach. Dat is mijn hoop.